Home Thema's Voorbij het geheugen. Hoe een dansnalatenschap cr…

Voorbij het geheugen. Hoe een dansnalatenschap creëren?

Sommigen staan op hun ‘recht om vergeten te worden’ en laten bewust geen sporen achter. De Duits-Britse choreograaf Tino Sehgal streeft bijvoorbeeld naar een volstrekt immateriële kunst en verbiedt onder andere het filmen of fotograferen van zijn werk. Dat maakt zijn werken zo vluchtig dat ze enkel bestaan in de herinnering van wie het gezien heeft. Anderen gaan net de uitdaging aan om (extra) sporen te creëren zodat ze hun werk kunnen doorgeven aan volgende generaties.

Opname van 'A Choreographer’s Score' door Gerard-Jan Claes & Olivia Rochette | Rosas | © Anne Van Aerschot
Er zijn veel belangrijke choreografen of gezelschappen weggevallen: Pina Bausch, Forsythe Company, Trisha Brown company, Cunningham, Béjart … Dan begin je wel te denken over hoe je iets kunt nalaten voor de volgende generatie: een bepaald gedachtegoed, de making of, de poëzie. In dans ligt dat minder voor de hand dan bij andere kunstvormen. Omdat het vluchtiger is, ja.” — Anne Teresa De Keersmaeker in De Morgen, 25-11-2014

Sinds de 15de eeuw zijn er verschillende manieren ontwikkeld om dansbewegingen en passen schriftelijk vast te leggen door middel van al dan niet symbolische tekens of coderingen. Toch werd er nooit een breed aanvaard notatiesysteem ontwikkeld. Met de Labanotatie en de Beneshnotatie — die tegenwoordig het meest gehanteerd worden — kan men dans (en alle andere beweging) analyseren en registreren zonder dat dit gebonden is aan een bepaalde dansstijl.

Leer meer over dansnotatie in de webdoc Ecrire le mouvement’ van Numeridanse.

De behoefte aan dansnotaties is het laatste decennium achteruitgegaan, met de opkomst van draagbare camera’s die alles audiovisueel kunnen vastleggen. Die vrij recente filmtechnologie stelt vandaag iedereen in staat om dans vast te leggen, in tegenstelling tot notatiesystemen die tijd- en geldrovend zijn. Voor sommigen is het audiovisueel vastleggen bovendien dé manier bij uitstek om dans en beweging te documenteren.

Vandaag zien we meer en meer samenwerkingen tussen kunstenaars, wetenschappers en ICT’ers om performance en beweging vast te leggen met nieuwe digitale technologieën. Dat leidt tot een boeiende cocktail van technologische experimenten. Een filmopname in 360° brengt de kijker tot in het hart van een voorstelling en dans gefilmd met behulp van motion capture’ maakt de wetenschappelijke analyse van bewegingen mogelijk.

Maar is dit genoeg om kennis van dans over te dragen naar volgende generaties? Kunnen filmopnames ook de intenties van choreografen, hun bewegingstaal en de processen tijdens de creatie vastleggen? Steeds meer kunstenaars willen ook deze aspecten van hun werk documenteren en doorgeven. Dat merken we aan de opmerkelijke toename van projecten die een meer diepgaande blik bieden op het werkproces van een choreograaf, de totstandkoming van een dansvoorstelling of de rode draden in een oeuvre (die al dan niet tekst en audiovisueel materiaal combineren). Voorbeelden daarvan zijn de publicaties A Choreographer’s Score’ van Anne Teresa de Keersmaeker en Bojana Cvejic (Meer: lees de recensies die verschenen in Forum+, jg. 22, nov. 2015 en Etcetera, jg. 30, sept. 2012), Are we here yet?’ over het werk van Damaged Goods of Protect/​Perform’ over 15 jaar WArd/​waRD.

Dat het rijke dansveld in Vlaanderen een waaier aan documentatiemethoden hanteert hoeft niet te verbazen. Dit kwam aan bod tijdens #DocumentingPerformingArts, een reflectiemoment van Het Firmament op Het Theaterfestival (sept. 2015). Kunstenaars en documenteerders’ (fotografen, videasten, onderzoekers en recensenten) gingen in gesprek over voor- en nadelen, uitdagingen en mogelijkheden van diverse methodieken — van vrij klassieke documentatiemethoden tot meer artistieke benaderingen. Meer hierover lees je in het uitgebreide verslag van #DocumentingPerformingArts.

Toch blijven danspraktijken en ‑technieken, die veelal mondeling en lichamelijk worden doorgegeven, moeilijk overleverbaar als je in dit proces enkel papieren of audiovisuele dragers gebruikt. Met ingang van de UNESCO Conventie voor het Borgen van Immaterieel Cultureel Erfgoed in 2003 is daarover ook binnen de cultureel-erfgoedsector meer bewustzijn rond ontstaan. De aandacht voor het immaterieel erfgoed van de podiumkunsten impliceert niet enkel documentering in woord of beeld. Vormingsinitiatieven of ondersteunende maatregelen om specifieke kennis en kunde van lichaam tot lichaam over te dragen zijn ook belangrijk. En misschien wel het belangrijkste: enkel wanneer nieuwe generaties praktijken, technieken en tradities leren, kunnen ze blijven voortbestaan. De uitwisseling van vaardigheden en ervaringen tussen generaties kan vervolgens de basis vormen voor vernieuwing en actualisering.

Voor een goede transmissie is opleiding noodzakelijk, net als begeleiding door individuele talenten — meesters (m/​v/​x)’ die beschikken over jarenlange ervaring en hun kennis en vaardigheden doorgeven aan nieuwe generaties. Het dansveld is rijk aan zulke menselijke schatten. UNESCO gebruikt hiervoor de term Living Human Treasures’. In het kader van het project Virtuoos Vlaanderen’ werden enkele van deze dansmeesters’ bevraagd. Waar komen de passie en het meesterschap vandaan? Waar liggen de wortels van hun vak en hoe zetten zij die traditie voort? Op basis van deze interviews werden beleidsadviezen geformuleerd over hoe meesters en leerlingen bijkomend ondersteund kunnen worden in de overdracht van hun kennis en vaardigheden, complementair aan de bestaande praktijken in het kunsten- en onderwijsveld.. Dit resulteerde in een nieuw beurssysteem van het Departement Cultuur, Jeugd & Media in 2018. Jaarlijks kunnen meesters en leerlingen een aanvraag indienen voor het doorgeven van vakmanschap. Vraag hierover zeker meer informatie bij CEMPER indien je interesse hebt.