Home Thema's Dans- en draaiorgels

Dans- en draaiorgels

Mechanische muziekinstrumenten hebben in West-Europa een belangrijke rol gespeeld in de muziekgeschiedenis. In de voorbije drie eeuwen heeft men zeer uiteenlopende types mechanische muziekinstrumenten in alle mogelijke groottes vervaardigd, gaande van eenvoudige tabakssnuifdozen met een speelwerk over automatische piano’s tot metershoge en -brede dans- en kermisorgels. Sommige instrumenten zijn typerend voor bepaalde landen: muziekdozen — met hun precisiemechanisme — werden vooral in Zwitserland vervaardigd, orchestrions en kermisorgels in Duitsland, kermisorgels in Frankrijk, straatorgels in Nederland en dansorgels in België. Vaak worden nog nieuwe instrumenten ontdekt, waarbij de vindingrijkheid van de fabrikanten steeds weer in het oog springt.

Dansorgels kenden vooral in België en het zuiden van Nederland vanaf ca. 1900 een ongeziene populariteit. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de danscultuur en het kermisvertier uit het begin van de 20e eeuw. Met firma’s als Mortier en Decap was ons land toonaangevend in de constructie ervan. Na de Eerste Wereldoorlog zou de massale productie van bijna alle mechanische muziekinstrumenten geleidelijk afnemen, behalve die van de straat- en dansorgels. Vlaanderen staat tot vandaag nog steeds prominent op de kaart van de (dans)orgelbouw, dankzij een aantal firma’s die de voorbije decennia hun vakkennis verder hebben ontwikkeld en de nodige technische vernieuwingen hebben geïntroduceerd.

Decaporgel 'Metro' na restauratie door de Gebroeders Decap Antwerpen

Praktijkvoorbeelden

Walter Hus componeert nieuw werk en arrangeert klassiekers uit de techno en new beat voor een Decap dansorgel en andere muziekautomaten. Voorbeelden kan je hier beluisteren: