De volwaardige toetreding tot de begijnengemeenschap of een 25- en 50-jarig jubileum werden vaak extra in de kijker gezet met speciaal voor de gelegenheid geschreven lofdichten. Vaak gaan dergelijke lofdichten gepaard van een speciaal geschreven lied, dat als contrafact op een bestaande melodie gezongen wordt (enkel de tekst is nieuw).Vanaf het einde van de zeventiende eeuw tot in de twintigste eeuw was deze praktijk in alle Vlaamse begijnhoven gangbaar en populair. De Gentse Universiteitsbibliotheek en de Parkabdij in Heverlee bezitten – met elk zo’n 80 stuks – de grootste collecties lofdichten, met voorbeelden die uit heel Vlaanderen afkomstig zijn.