Liturgisch verzamelhandschrift uit het Leuvens begijnhof
In de Koninklijke Bibliotheek van Brussel (fonds Herman Roelstraete) en de bibliotheek van de K.U. Leuven (universiteitsarchief) wordt een aantal handschriften bewaard die ooit toebehoorden aan het Leuvense begijnhof Ten Hove, het ‘Groot Begijnhof’.
Ze bevatten verschillende composities van Franciscus Krafft (1729 – 1795), die in de jaren 1760 werkzaam was voor het begijnhof en later als kapelmeester verbonden was aan de Gentse Sint-Baafskathedraal. Het gaat om religieuze composities die uitgevoerd werden tijdens de mis en het officie. Enkele zijn autografen.

Begijnenmuziek na 1800 uit het Groot Begijnhof van Gent
De collectie van meer dan zeventig stukken van het begijnhof Sint-Elisabeth in Sint-Amandsberg (Groot Begijnhof) omvat opvallend veel relatief jonge stukken in vergelijking met de andere begijnhofcollecties en documenteert uitvoerig het muziekleven van de begijnen tijdens de laatste twee eeuwen van hun bestaan. Dit blinkt uit in een grote variatie van strikt liturgische en andere geestelijke composities, in het Latijn en het Nederlands, en een groot aantal profane gezangen, zoals een lied over het verschil tussen nonnen en begijnen.

Lofdichten uit het begijnhof
De volwaardige toetreding tot de begijnengemeenschap of een 25- en 50-jarig jubileum werden vaak extra in de kijker gezet met speciaal voor de gelegenheid geschreven lofdichten. Vaak gaan dergelijke lofdichten gepaard van een speciaal geschreven lied, dat als contrafact op een bestaande melodie gezongen wordt (enkel de tekst is nieuw).Vanaf het einde van de zeventiende eeuw tot in de twintigste eeuw was deze praktijk in alle Vlaamse begijnhoven gangbaar en populair. De Gentse Universiteitsbibliotheek en de Parkabdij in Heverlee bezitten – met elk zo’n 80 stuks – de grootste collecties lofdichten, met voorbeelden die uit heel Vlaanderen afkomstig zijn.

Bladmuziekcollectie van het Turnhoutse Sint-Catharinabegijnhof
In februari 2000 werd op de zolder van de infirmerie van het Turnhouts begijnhof een verrassende ontdekking gedaan: onder het stof lagen 17 muziekhandschriften en 56 drukken van de 16de tot de 20ste eeuw opgeborgen. Een buitengewone vondst, want muziekcollecties uit begijnhoven zijn bijzonder zeldzaam. Maar ook de omvang, inhoud en diversiteit van de collectie maken dit tot een uniek geheel in Vlaanderen.
Het omvangrijke bestand – met handschriften en drukken van de zestiende tot de twintigste eeuw – bevat veel lokaal repertoire en getuigt van de (zowel vocale als instrumentale) musiceerpraktijken die gebruikelijk waren in deze begijnengemeenschap. De Turnhoutse collectie is daardoor een ideale bron om de levenswijze van de begijnen in haar liturgische en muzikale gedaante, over de eeuwen heen, te bestuderen.
Het meest opmerkelijke handschrift van de collectie kreeg een ereplaats in het Begijnhofmuseum. Dit handschrift, met nummer 1 en daterend uit 1550, bevat gregoriaanse gezangen voor de jaarlijkse processies en heiligenfeesten. Vermoedelijk werd het op vraag van de Turnhoutse begijnen vervaardigd in het scriptorium van de priorij van Corsendonk. Twee eeuwen lang werd het boek actief gebruikt en zelfs aangevuld door de Turnhoutse begijnen. Het handschrift kreeg in 2008 een erkenning als Vlaams Topstuk omdat het een bijzondere (muziek)historische waarde en betekenis heeft. Muziekcollecties van de begijnenbeweging zijn niet zo talrijk, en dus een zeldzaam en te koesteren goed. Omdat deze gezangen in situ werden uitgevoerd, levert het handschrift ons een opmerkelijke blik in de leefwereld en het muziek(be)leven van de begijnen. Bovendien is het een van de oudst bewaarde voorbeelden van begijnenhandschriften.
Om het handschrift te beschermen tegen licht, toonde men het aanvankelijk gesloten in een vitrinekast. Om ook de inhoud en mooie verluchtingen te kunnen tonen aan het publiek, werd het in 2014 gedigitaliseerd met de hulp van de Alamire Foundation. In september van dat jaar stelde het Begijnhofmuseum het gedigitaliseerde manuscript voor en organiseerde het Festival van Vlaanderen het vertelconcert ‘Onder de begijnenkap’, met Psallentes onder leiding van Hendrik Vanden Abeele. Met als rode draad De zeer schoone uren van juffrouw Symforosa begijntjen van Felix Timmermans werden onder andere gezangen uit het Turnhoutse begijnenhandschrift gebracht.
Psallentes maakte een opname van alle liederen uit het manuscript en stelde die ter beschikking van het museum. Bezoekers kunnen dus door het handschrift bladeren en simultaan de uitvoering horen van de genoteerde gezangen. Een selectie van de Turnhoutse liederen verscheen eveneens op de cd Beghinae II (Psallentes, 2015).