Wat is klassieke muziek?
Bij het horen van de term ‘klassieke muziek’ voelen we intuïtief aan over wat voor muziek het gaat. Het wordt moeilijker wanneer we onder woorden proberen te brengen wat klassieke muziek juist is. Het is een ietwat vage term, die voor verschillende personen soms een andere invulling heeft.
Ten eerste is het belangrijk op te merken dat op deze pagina de westerse klassieke muziek besproken wordt. Dit genre ontstond in Europa, maar wordt ondertussen ook beoefend in de rest van de wereld. Ook in regio’s buiten Europa ontstonden losstaande tradities van klassieke muziek. Deze verschillende soorten muziek worden als klassiek beschouwd door onder meer een zekere complexiteit in de muziek, een aanwezigheid van muziektheorie en een focus op techniek en vaardigheid van muzikanten. Bekende voorbeelden van niet-Europese klassieke muziek zijn de klassieke muziek uit India, China en Indonesië. Verschillen met westerse klassieke muziek zijn niet alleen de ontstaanslocatie, maar vaak ook de gebruikte instrumenten, de afwezigheid van tonale harmonie en een improvisatorisch karakter.
Toch gebruiken we de term klassieke muziek in een veel bredere betekenis. Sinds de achttiende eeuw duiden we er de ‘kunst’-muziek binnen de Europese muzikale traditie mee aan, strekkende van middeleeuwse gregoriaanse gezangen tot hedendaagse postmoderne composities. Waar voordien muziek in West-Europa werd opgedeeld volgens functie (dansmuziek, muziek voor formele gelegenheden, muziek voor huiselijk vermaak …), ontstaat in de achttiende eeuw geleidelijk aan een opdeling tussen kunst- of klassieke muziek en volksmuziek. Vanaf de twintigste eeuw wordt ook populaire muziek als een aparte categorie gezien. Hierbij wordt klassieke muziek gekenmerkt als muziek waarvan de componist doorgaans gekend is, die meestal uitgevoerd wordt door muzikanten die een formele opleiding volgden en die opgevoerd wordt in de formele setting van een concertzaal. Bladmuziek speelt een prominente rol binnen klassieke muziek. Zowel voor de componist, die muziek componeert en dus het neerschrijven van zijn muziek verwerkt in het wordingsproces, als voor de uitvoerder, die zich baseert op een partituur om het werk zo getrouw mogelijk te kunnen uitvoeren, is bladmuziek enorm belangrijk. Volksmuziek is muziek die doorgaans mondeling doorgegeven wordt van generatie op generatie. De maker van deze muziek is vaak niet gekend en de muziek werd oorspronkelijk in een informele context gespeeld door muzikanten die hun instrument leerden bespelen zonder formele opleiding. Tot slot onderscheidt populaire muziek zich door haar commerciële karakter. Deze muziek wordt gekenmerkt door een sterke focus op melodieën die een grote massa aanspreken en wordt ook gespeeld in concertzalen, maar in een meer informele context.
Hoewel er dus een onderscheid wordt gemaakt tussen klassieke, volks- en populaire muziek, zijn de grenzen tussen deze genres vaag. Zo plaatsen we de romantische muziek van Franz Liszt doorgaans onder klassieke muziek. Tijdens zijn leven was de virtuoos echter enorm populair, lokte hij massa’s volk naar zijn concerten en speelde hij verzoeknummers voor zijn publiek. Zijn populariteit, ook wel Lisztomanie genoemd, doet meer denken aan de karakteristieken van wat we nu populaire muziek noemen (denk ook aan Beatlemania en Bieber Fever). Ook bij de muziek van Béla Bartók wordt de grens tussen klassieke muziek en volksmuziek vaag. Bartók was erg geïnteresseerd in de Oost-Europese volksmuziek. Als pionier in de etnomusicologie trok hij door Oost-Europa om volksmuziek vast te leggen. Tijdens het componeren werd hij sterk beïnvloed door deze muziek. Niet alleen gebruikte hij modaliteit, pentatoniek, onregelmatige maatsoorten en sterke ritmiek, hij verweefde ook hele melodieën uit de Oost-Europese volksmuziek in zijn eigen composities.
Het is dus niet makkelijk om een allesomvattende, duidelijk afgebakende definitie voor klassieke muziek te formuleren. Musicoloog en componist Julian Johnson concludeert in zijn boek Classical Music: A Beginner’s Guide dat er niet alleen geen eenduidige definitie bestaat voor klassieke muziek, maar dat het ook nutteloos zou zijn om er een te formuleren. Hij stelt: “In one sense, classical music is simply the music that is taken to be classical music”. Hiermee wil hij benadrukken dat de betekenis van klassieke muziek niet te vinden is in de muziek zelf, maar in de manier waarop er met deze muziek wordt omgegaan en hoe erover gedacht wordt. Het repertoire dat we als klassiek beschouwen, kan er dus in de toekomst anders uitzien dan vandaag.