Home Thema's Een korte historiek van muziekfestivals in Vlaand…

Een korte historiek van muziekfestivals in Vlaanderen

'Save the summer' - het was dé uitspraak onder muziekliefhebbers aan het begin van de coronapandemie. Het toont aan hoe alomtegenwoordig en belangrijk ze zijn in het Belgische muzieklandschap en algehele culturele leven. Bijna het voltallige kalenderjaar (vanaf medio maart tot november-december) kunnen we genieten van gigantische en kleinschalige openluchtfestivals, stadsfestivals, eendagsfestivals, indoorevenementen ... Maar waar komen ze vandaan?

Les Ardentes | © Pexels via Pixabay

De wortels van muziekfestivals gaan terug tot voor de wereldoorlogen: ze liggen in de evenementen georganiseerd door of in samenwerking met lokale jeugd- en cultuurbewegingen, zoals muziekkapeloptredens en patroonsfeesten. Dat verklaart waarom muziekfestivals vaak sterk gebonden zijn aan een dorp, stad of regio. Maar hoe hebben ze zich ontwikkeld tot de massaevenementen van vandaag?

In de vroege jaren 50 waaide het fenomeen van commerciële openluchtmuziekbeleving vanuit Amerika over naar Europa. Belangrijk waren de jamsessies van jazzmuzikanten waar liefhebbers van kunnen genieten. Met de komst van hoofdzakelijk zwarte jazzmuzikanten die de racistische segregatiepolitiek in eigen land ontvluchtten, kregen deze live-ervaringen een zeker sterrengehalte. Europa en festivals werden twee handen op één buik, maar in België zit er toch iets speciaals in het water. Zo werd Joe Napoli, manager van Chet Baker tijdens zijn stationering zo verliefd op Comblain-la-Tour, dat hij er in 1959 met Jazz au Chateau een jazzfestival met commerciële inslag stichtte. Ondanks logistieke uitdagingen wist hij grootheden als Nina Simone, Jack Sels en Ray Charles te lokken, maar de opkomst van nieuwe genres zoals free jazz en de commerciële rockmuziek betekende een publieksverlies. Desalniettemin wordt het festival, dat bestond tot 1966, beschouwd als de grondlegger van Europese muziekfestivals.

In 1959 ontstond ook het Festival van Vlaanderen. Aan de grondslag ervan lag een volksverheffingsideaal om alle regio’s te doen en leren genieten van kunstmuziek zoals opera, dans en muziektheater, geïnspireerd door het succes van Expo 58. Tot vandaag verwelkomen acht autonome organisaties in Kortrijk, Limburg, Brugge, Antwerpen, Gent, Brussel, Mechelen en Vlaams-Brabant (sinds 1995), afwisselend grote internationale namen van begin maart tot medio december. Door aansluiting te vinden bij het uitgebreide netwerk aan conservatoria en muziekacademies in Vlaanderen, wordt ook laagdrempelige toegang gestimuleerd.

De toon was gezet en in 1965 zag Jazz Bilzen het licht als opgeluisterde 11 juli-viering in de schoot van de lokale Davidsfondsafdeling. Het duurt tot 1969 voordat het festival ontploft. Meer en meer festivals staken de kop op en vonden vaker en op grotere schaal plaats. Opvallend is dat populaire rockmuziek steeds vaker een (eigen) podiumplaats kreeg. Festival Actuel wordt vaak beschouwd als het eerste festival dat erin slaagde om jazz en rock samen te brengen. Op een boerenweide in Amougies, nabij Ronse, werd eenmalig een vijfdaags massafestival ingericht waar rockartiesten Pink Floyd en Yes het podium deelden met (free)jazzartiesten zoals Don Cherry en Captain Beefheart.

Die traditie werd voortgezet door het legendarische Jazz Bilzen. Aanvankelijk richtte de organisatie zich op jazz: op die manier speelde het festival een cruciale rol in de blootstelling van Belgen aan jazz en bood het amateurensembles de kans om zich te tonen aan de nationale muziekindustrie. Geruggesteund door lokale jeugd en het weekblad Humo vonden echter ook pop- en rockgroepen hun weg naar het Bilzense podium. De stijlvermenging werkte en in de 70’s was Jazz Bilzen onmiskenbaar het grootste festival van Vlaanderen: nieuwe genres als punk werden volop geboekt, afgewisseld met jazzdagen. Door bestuurlijke conflicten, financiële tegenslagen, een gebrek aan professionalisering en een bijzonder negatief imago na rellen in 78, legde Jazz Bilzen in 1981 echter de boeken neer. Met hun meerdaagse formule en genredivers boekingsbeleid had het echter de toon gezet voor de popmuziekfestivals van vandaag.

Het verhaal van een gigantisch festival in een kleine stad inspireerde ook lokale (jeugd)verenigingen in Lokeren en Werchter om iets te proberen met rock in een zaaltje. In de jaren 80 verschenen die festivals voor het eerst met hun kop boven het maaiveld. Rock Werchter, losgekoppeld van de zusterversie in Torhout, werd het grootste festival. Niches werden ook steeds meer bediend met Pukkelpop en Dour Festival voor de alto-jeugd (respectievelijk sinds 1985 en 1988), Reggae Geel (1979), Blues Peer (1985) … Er ontstond een wildgroei aan speelmogelijkheden op vele lokale festivals. Vlaamse festivals verschenen ook prominent op de internationale festivalkaart dankzij de ontluiking van folkmuziek (wat we in deze context definiëren als lokale (Vlaamse) volksmuziek). En wie folk’ en festival’ zegt in Vlaanderen, komt onvermijdelijk uit bij Folkfestival Dranouter. Wat begon met optredentjes in folkclub De Zon,’ groeide na de eerste editie in 1975 uit tot een meerdaags festival. Door het toegenomen prestige van folkmuziek én de komst van commercieel aantrekkelijke (folk)rockartiesten, verwierf Dranouter steeds meer een eigen plek in het festivallandschap. Deze teneur zette zich door in de 90’s. Meerdaagse festivals werden langzamerhand de standaard en op de diverse podia werd nieuw internationaal talent ontdekt. Eén van die concerten waar iedereen bij beweerde te zijn, was het vroege optreden van Nirvana op Pukkelpop 93, enkele maanden voor hun bekendste plaat Nevermind verscheen.

In de nillies zorgde de steile opmars van hiphop en elektronische dancemuziek (EDM) voor sterke concurrentie met de gitaarmuziek. Na de sluiting van verschillende danceclubs stond een nieuwe generatie festivals op. Qua opzet lijken ze sterk op de bestaande festivals, maar ze bedienen een nieuw publiek van dance‑, techno- en housefans. I Love Techno (1995 – 2014) en Tomorrowland (2005) zijn schoolvoorbeelden van de eendags- en weekendfestivals die vanaf dan de maat zullen slaan. Ook Dour begon meer EDM te boeken. Het belang van het genre kan sindsdien niet meer worden onderschat, onder meer door de sterke aanwezigheid ervan op vier van de vijf grootste Belgische festivals: Rock Werchter, Dour, Pukkelpop, Tomorrowland en Graspop Metal Meeting (1996).

De festivalgeschiedenis van België en Vlaanderen is een rijkelijk palet van genres, schaalgroottes, publieken en locaties. Sommige zijn meer nichegebonden (zoals de verschillende metalfestivals), andere zijn eigentijdse stadsmarketing (zoals Marktrock in Leuven sinds 1982). Feit blijft dat zo goed als alle klassieke en populaire muziekgenres erdoor worden bediend.