Werken met touwen als podiumtechnieker
Touwen werden vooral vroeger door podiumtechniekers gebruikt als standaardverbindingsmiddel. Wat nu vaak met straps of andere connectiesystemen vastgemaakt wordt, werd vroeger met touwen gedaan. Sommige podiumtechniekers maken ook vandaag nog gebruik van touw, omdat het heel flexibele en betrouwbare verbindingsmiddelen zijn. Al moet je heel goed weten wat je doet opdat het veilig is. Je moet je knopen kennen en de kwaliteit van de touwen kunnen nakijken. Touwen kunnen namelijk rotten en als je dat niet ziet, heb je een probleem.
Touwen als hijssysteem
Touwen kunnen gebruikt worden om bijvoorbeeld decorstukken te wisselen. Voordat trekkenwanden met tegengewicht bestonden, hingen de decorstukken aan een soort van katrolsysteem met touwen. Je kon ze changeren door ofwel heel hard aan de touwen te trekken, ofwel door de touwen te verbinden met tamboers (houten cilinders met handvaten aan). Tijdens de industriële revolutie zijn trekkenwanden ontstaan waarbij de touwen in stalen geleiders hangen en waarbij je tegengewichten aan de touwen hangt.
Tijdens het wisselen van de decors moet de podiumtechnieker natuurlijk weten hoe hoog de decorstukken moeten hangen. Daarvoor worden de touwen gemerkt. Dat kan bijvoorbeeld door er een gekleurd lint door te weven of door er gekleurde tape rond te hangen. Zo kunnen podiumtechniekers zien hoe ver ze het touw moeten laten zakken of optrekken opdat het decor op de juiste hoogte hangt.
Een probleem bij een handtrekkenwand is dat de touwen door temperatuurverschillen kunnen krimpen en uitrekken. Dat betekent dat ze regelmatig aangespannen moeten worden. Je kan ze aanspannen door het touw heel vaak rond te draaien. Wanneer dat niet meer voldoende is, moet je de touwen opnieuw splitsen (zie onder). Gelukkig zijn theaters tegenwoordig minder temperatuurgevoelig dan vroeger, waardoor dat minder vaak nodig is.
Hoewel veel theaters intussen overgeschakeld zijn op een trekkenwand met stalen kabels die door een computer aangestuurd wordt, zijn er nog steeds theaters met een handtrekkenwand. Er zijn ook theaters die naast een computergestuurde trekkenwand nog enkele handtrekken hebben met vaste decordoeken. Ook de houten machinerie met touwen en tamboers is nog niet in onbruik geraakt. “Ik geef workshops om te laten zien dat die erfgoedmachinerie ook vandaag gebruikt kan worden. Daarvoor is geen elektriciteit nodig, alleen mankracht en tegengewichten. Producties die bijvoorbeeld in de Bourla gemaakt zijn en gebruik maken van de aanwezige erfgoedmachinerie, kunnen dus ook op reis gaan. Maar ook amateurgezelschappen kunnen hiermee aan de slag” (Jerome Maeckelberg).
Touwen als verbindingsmiddel
Touwen kunnen ook gebruikt worden als verbindingsmiddel voor bijvoorbeeld decorstukken, die soms meters hoog zijn. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een slaglijn met een enkele of dubbele steek. Aan de decorstukken hangen haken die naar binnen gedraaid zijn. Met een touw dat bovenaan aan één van de decorstukken vasthangt, ga je een zigzag maken. Door de touwen goed aan te trekken, trek je de decorstukken tegen elkaar.
Met een kikkersteek maak je touwen die uit het grid komen vast aan een kikker of korvijnagel op een loopbrug.
Knopen en steken leggen
Naast de bovengenoemde technieken, zijn er nog veel verschillende knopen en steken die elk hun eigen functie hebben.
De mastworp kan je gebruiken om iets rond een trek vast te maken. Het grote voordeel daarvan is dat je de knoop kan schuiven totdat die echt op de juiste plaats zit. En wanneer kracht op het touw gezet wordt, trekt de knoop zichzelf vast.
De paalsteek wordt gebruikt om iets vast te maken dat niet mag dichtschuiven. Het bestaat uit een lus aan het einde van het touw die niet verschuift. Daarmee kan je bijvoorbeeld een touw rond een paal bevestigen of iets optrekken dat te fragiel is om een schuivende lus voor te gebruiken.
De platte knoop wordt meestal gebruikt om twee touwen met elkaar te verbinden. Het is een stevige knoop die makkelijk weer los gemaakt kan worden. Als het touw erg glad of nat is worden ook wel twee zoete liefjes (vissersknoop) gebruikt.
De halve strik wordt gebruikt om doeken in de trekken te knopen. Het is in feite een platte knoop met een lus erin. Daardoor kunnen de touwtjes die aan de doeken hangen zeer snel worden losgemaakt.
De spanknoop wordt gebruikt om een decor of andere zaken vast te maken in een vrachtwagen. Het touw kan goed opgespannen worden zodat er niets kan omvallen.
Het omgekeerde van een lus die wel schuift, is een foutstrop. De foutstrop wordt gebruikt wanneer een acteur zogezegd opgehangen moet worden. Bij een gewone strop schuift de knoop over het lange stuk van het touw, bij een foutstrop schuift die over het korte stuk. Als het misloopt, schuift de knoop los. Daarnaast weef je een staalkabel in de strop. Daaraan hangt een oog waarmee de acteur met een harnas vastgeklikt kan worden. Zo zorg je voor de veiligheid van de acteur.
Splitsen
Splitsen is een aparte techniek om touwen te verbinden, te vermijden dat ze uitrafelen of er een oog in te maken. De techniek komt ook op schepen voor. Het grote voordeel van splitsen is dat het resultaat heel duurzaam is en dat er heel weinig krachtverlies is in verhouding met knopen.
De oogsplits wordt gebruikt om een lus te maken aan een touweind. Daarbij worden de strengen van het uiteinde van het touw uit elkaar gedraaid en dan door de strengen van het touw gevlochten. De lus kan dan bijvoorbeeld gebruikt worden om een bedieningstouw voor een trekkenwand te bevestigen.
Met een korte splits worden twee touwen aan elkaar gezet. De uiteinden van de twee touwen worden uit elkaar gedraaid en de parten worden telkens in het andere touw geweven. Op die manier ontstaat een heel stevige verbinding die door een katrol kan.
De eindsplits zorgt ervoor dat je touw niet kan uitrafelen. Het touw wordt in parten uit elkaar gedraaid. Dan wordt eerst een kruisknoop (zoals het begin van een scoubidou) gelegd en dan worden de parten opnieuw door het touw gevlochten. Op die manier ontstaat een stevig, iets dikker uiteinde.
Corde of fil?
Ook terminologie is belangrijk. “Wij mogen niet over une corde spreken. Dan moet je iemand een koffie betalen, want dat brengt ongeluk. Wij zeggen tegen een touw un fil. De oorsprong daarvan ligt in de oude theaterarchitectuur. Toen er nog geen sprinklerbeveiliging bestond, hingen in sommige theaters grote waterbassins. Dat zou een grote waterzak geweest zijn waar een koord aan hing. Wanneer je daaraan trok, ging de waterzak open. Als ze dus vragen ‘tire la corde’ werd dat bedoeld” (Jesse Jansens).
Leren werken met touwen
De technieken om te werken met touwen worden vaak van technieker op technieker doorgegeven. “Wij geven dat door tijdens voorstellingen en lange repetities. Dan wordt er soms op geoefend” (Jesse Jansens). In de Stadsschouwburg in Antwerpen hadden de technici vroeger altijd een ‘kletskoord’ op zak, een kort stukje touw om knopen te oefenen.