'In muziek worden alle mensen broeders'
Recent werd KADOC aangesproken voor de herbestemming van de klooster- en internaatsbibliotheek van de Missionarissen van het Heilig Hart in Asse. Resonant (nu CEMPER) werd gevraagd om advies uit te brengen over de aanwezige muziekcollectie.
De Franse missiecongregatie, sinds 1886 actief in België, is onder meer bekend voor het etnografische en linguïstische werk van de paters Hulstaert, Boulaert en De Rop en het tijdschrift Aequatoria. Minder bekend is de artistieke bedrijvigheid van een aantal ‘componisten-missionarissen’ van de congregatie. Lang voor de Afrikaanse theologie en vormentaal een thema was, hebben ze een pioniersrol gespeeld in het tot stand komen van een inlandse religieuze muziek.
Een van hen was Alfons Walschap (1903 – 1938), de jongere broer van de bekende schrijver Gerard Walschap. Tijdens zijn kortstondig verblijf in de Congolese Evenaarsprovincie (1933 – 1938) was hij sterk door de inlandse muziek gefascineerd. Geïnspireerd op de lokale traditie componeerde hij een kerstoratorium, vijf Bantoemissen en een bundel Latijnse motetten in het Congolees, samen met tal van inheemse liederen. De liederen werden a capella gezongen en met lokale, ritmische slaginstrumenten begeleid. Walschap ontwikkelde zelfs een eigen inlandse muziekstijl, die opviel door haar (Afrikaanse) ritmiek, haar aangrijpende weemoed en haar volkse speelsheid.
Een deel van die activiteiten heeft zijn neerslag gevonden in de bibliotheek van het klooster van Asse, waar het voormalige missieseminarie van de congregatie was gevestigd. Zo werd een handgeschreven en door Alfons Walschap gesigneerde partituur aangetroffen in een schriftje met tal van religieuze composities in een inlandse taal, in dit geval het Lomongo — de taal van de Mongo. Ook werd een programmablaadje gevonden, waaruit blijkt dat de composities van Walschap tot diep in de jaren 1950 werden uitgevoerd.
Deze getuigen van een onvermoede missierealiteit worden toegevoegd aan de substantiële collectie publicaties en tijdschriften die de erfgoedbibliotheek van KADOC reeds over de congregatie bezit.