Home Nieuws "Elk instrument is een cadeau om mee aan de slag …

"Elk instrument is een cadeau om mee aan de slag te gaan” - Thomas Kint over pianorestauratie

In het nieuwe atelier van Kint Pianos in de Grensstraat te Gent stemmen, herstellen en verkopen Thomas Kint en zijn team piano’s. Vanuit de droom om in dat atelier ook eigen piano’s te bouwen, startte Thomas een meester-leerlingtraject bij August Förster in Duitsland. We gingen langs in Thomas’ atelier, waar hij vertelde over pianorestauratie en zijn traject bij Förster.

Van jazzpianist tot pianorestaurator

Hoe kwam je in aanraking met pianorestauratie?

Ik ben opgeleid als jazzpianist en musicoloog. Na het afwerken van mijn master musicologie ging ik naar Berlijn met het idee om daar als pianist te werken. Het was echter moeilijk om zo voldoende te verdienen. Ik kocht een piano waarop ik les wilde geven, maar dat ging niet omdat alle toetsen vastzaten. Het was echt een miskoop. Ik had geen geld om de piano in orde te laten brengen, dus dan ben ik er zelf aan begonnen. Ik speelde al lang piano, maar ik wist – zoals de meeste pianisten – eigenlijk niet hoe dat er vanbinnen aan toe gaat. Ik vond het fantastisch om die mechaniek er zelf uit te halen en te zoeken naar de oorzaak van die vastlopende toetsen. Het was zo fascinerend dat ik een stage pianoregulatie en stemmen volgde. Toevallig kwam nog een tweede piano bij mij terecht die ik ook begon te reguleren.

Tijdens mijn eerste jaar in Berlijn deed ik ook een doctoraatsaanvraag. Met een FWO-beurs kon ik doctoreren rond muziek van Charles Ives: Amerikaanse, vroeg-twintigste-eeuwse muziek. Mijn broer – die ook aan het doctoreren was – kwam met het idee om nog een projectje te doen naast ons doctoraat. Gek genoeg kwam hij zelf met het voorstel van pianoregulatie. We kochten een paar piano’s — oude wrakken – die we in orde brachten en met wat winst verkochten. Dat waren onze eerste stappen.

Toen er een klant bij ons kwam voor een diepgaandere restauratie zeiden we dat we daar nog niet genoeg ervaring voor hadden. Omdat hij niemand anders vond die het wilde doen, vroeg hij of we het alsnog zagen zitten. We hebben dat toen gedaan en zo zijn we telkens uitgedaagd. Zonder dat we het wisten, waren we stappen aan het zetten die we niet gepland hadden. Van het een kwam het ander. We groeiden snel en tegen het einde van mijn doctoraat waren er vijf mensen in het team. Kint Pianos is zo een volwaardig bedrijf geworden met heel goede techniekers en stemmers. Onze focus ligt op restauratie, maar we doen ook verkoop, stemmen en ouderhoud in muziekscholen.”

Wat spreekt je zo aan in het bouwen en restaureren van piano’s?

Ik vind het fantastisch hoe verschillende tradities van creativiteit samenkomen in één instrument. De moderne piano ontstond in de 19de eeuw met technologische vernieuwingen, bijvoorbeeld bij het vervaardigen van staaldraad voor de snaren en gietijzeren kaders. Pianobouw combineert veel materialen (vilt, staal, gietijzer, hout, etc.) en bijhorende technologieën en ambachten die ver van elkaar staan. Je moet dus veelzijdig zijn en bovendien mechanisch ingesteld zijn voor het (vaak repetitieve) werk aan het complexe mechanisme. Tegelijkertijd is pianobouw heel gevarieerd. Het is elke dag iets anders. Je moet dus ook heel leergierig zijn. Er is een weelde aan informatie en kennis waarnaar je op zoek kan blijven gaan. En iedereen heeft zijn eigen manier om dat te doen. Je kan blijven leren en elk instrument is een cadeau om mee aan de slag te gaan.”

Wat zijn de meest voorkomende restauraties?

Afregelen van mechanieken is routine werk. We vervangen ook regelmatig mechaniekdelen, zoals hamerkoppen. Daarnaast restaureren we geregeld barsten in zangbodems en kammen. Af en toe vernieuwen we de stembalk, waar de stempinnen inzitten. Verder doen we veel meubelrestauratie’, dat gaat dan over de buitenkant van de piano. Politoeren doen we ook. Dat is een oude manier van lakken, waarbij je schellak — opgelost in alcohol — met poetskatoen aanbrengt. Dat is een intensief proces, want je moet 30 tot 50 lagen aanbrengen en regelmatig schuren. Maar ik vind wel dat dat het mooiste resultaat levert. Wat we ook doen in ons atelier is PTD, Precision Touch Design. Daarbij ga je de mechaniek verbeteren door te meten, data te verzamelen en op basis daarvan bij te stellen.”

Is jouw opleiding als pianist een voordeel bij restauraties?

Het is zeker een voordeel, maar geen must. Er zijn heel goede bouwers die geen piano kunnen spelen. Voor mezelf is het gevoel om tijdens het restauratieproces te spelen en het resultaat echt te ervaren een gigantische motivatie. Ik denk niet dat ik er dezelfde passie zou uithalen als ik geen pianist was. Bovendien draait het in de laatste fase van een restauratie of nieuwbouw echt om klankvorming: je gaat de piano intoneren’ door de hamerkoppen te prikken en/​of kleine zaken aan te passen in het mechanisme. Op dat moment is het een groot voordeel als je kan spelen en de keuzes die je maakt kan ervaren.”

Op welke manier hou je bij welke restauraties je doet?

We maken een verslag van alle projecten. Dat verslag maken we op basis van de offerte, omdat daarin alles opgelijst staat dat we gaan doen. In de klantenbestanden maak ik dan notities wat we gedaan hebben en daar voegen we foto’s aan toe. Vroeger waren we daar wat slordig in, maar nu doen we dat redelijk consequent, zeker voor uitzonderlijke projecten. Voor routinewerk – bijvoorbeeld enkel reguleren van een piano – doen we dat niet.

Ik gebruik ook Obsidian, een tool waarin ik alle informatie over projecten invoer en zo linken kan leggen. Als ik bijvoorbeeld iets deed met het vilt van een hamerkop, kan ik dat linken aan vilt’. En ik kan dan een visualisatie maken van alle dingen die ik aan vilt’ gelinkt heb. Op die manier kan Obsidian mij linken tonen waar ik misschien nog niet aan gedacht had. Dat kan me in de toekomst helpen bij restauratieprojecten. Ik gebruik de tool dus vooral als communicatie naar mezelf en om te documenteren wat ik doe. In de toekomst zou ik het ook kunnen gebruiken om les te geven. Ik zou bijvoorbeeld graag een vak over moderne piano’s — vanaf 1850 – doseren bij instrumentenbouwers.”

Van meester op leerling

Hoe kwam je in contact met August Förster en wat sprak je zo bij hen aan?

Ik kwam initieel met August Förster in aanraking als verdeler van het merk. Zij hebben een ongelooflijke fabriek waar alles nog handmatig gebeurt. De eerste keer dat ik daar kwam, dacht ik: Hier moet ik stage doen! En dat is gelukt via de meester-leerlingbeurs. Ik ging al een maand naar de fabriek waarbij ik het bouwproces intensief volgde en in augustus ga ik nog een maand terug. Het is echt een droom om in de fabriek te mogen werken, maar ook heel intensief en uitputtend. Alles wat ik al leerde, deed ik voor het eerst. Ik heb wel ervaring met restaureren, maar nieuwbouw is toch iets helemaal anders.

Bij restauratie zie je wel dezelfde onderdelen, maar de ingesteldheid van een nieuwbouwer is helemaal anders omdat hij from scratch moet beginnen. Als restaurator loop je altijd een beetje achter de feiten aan. Ik stel me dan de vraag: Wat ga ik doen in deze situatie? Ten eerste: hoeveel budget heb ik? En ten tweede: hoeveel materiaal zou ik overwegen om te vervangen? Als nieuwbouwer kan je de foutenmarge zo laag maken als je wil vanaf het begin. Als je slordig bouwt, zal dat ook resulteren in een minder goede piano. Bij bouwers als Förster is het streefdoel altijd de perfectie – ook al is die nooit helemaal bereikbaar. Dat levert fantastische piano’s op.”

Hoe verliep jouw eerste maand bij August Förster?

De dag begon altijd met een overleg met mijn meester, Benjamin Schwarz. En dan ging ik stilaan van station naar station. De moderne piano is immers een industrieel product met veel gecombineerde technologieën en ambachten. Försters fabriek bestaat daarom uit verschillende stations: ruwbouw, zangbodems en bruggen, mechanieken, lakken, besnaren en afwerking. Behalve ruwbouw en lakken ben ik al bij elk station geweest. Daar werd ik telkens gecoacht door iemand die er de leiding had. Benjamin is mijn overkoepelende begeleider, maar het leuke is dat er in de fabriek een 30-tal mensen werken, met elk hun eigen expertise.”

Wat is je het meest bijgebleven?

Het belangrijkste dat ik geleerd heb, is hoe elke piano het resultaat is van de mens die hem maakt. Als een bouwer een slechte dag heeft en een slordigheid inbouwt, zal dat effect hebben op de klank. Bij August Förster is er een bepaalde visie en sfeer. Iedereen krijgt de tijd om zijn werk goed te doen, en iedereen doet dat met passie. Ze zijn trots om bij Förster te bouwen en dat resulteert ook in goede piano’s. Het is belangrijk dat je je goed voelt in je team en voelt dat jouw werk gewaardeerd wordt.”

En wat hebben zij van jou geleerd?

Er was iemand bij August Förster onderzoek aan het doen om piano’s met smallere toetsen te bouwen. Een pianotoets heeft immers een vaste breedte, maar handen hebben verschillende groottes. Dat is een beetje zoals je iedereen dezelfde T‑shirt zou laten dragen; dat klopt niet. Tegelijk is wat een eenvoudige aanpassing lijkt (smallere toetsen) een complexe aanpassing in het productieproces van een piano — de toetsen worden smaller, maar de mechaniek die door de toetsen wordt aangestuurd blijft even breed. Dat onderzoek was dus al bezig, maar ze hadden nog een impuls nodig om er echt mee aan de slag te gaan. Ik had toevallig een klant met kleine handen die kloeg over last bij het spelen. Smallere toetsen waren de oplossing voor haar. Ik heb er daarom mee voor gezorgd dat de eerste August Försterpiano met smallere toetsen gebouwd is.

Daarnaast ga ik binnenkort een PTD-analyse doen van een vleugelpiano van Förster. Wanneer ik in augustus terugga, gaan we samenzitten om de analyse te bekijken en die kennis te incorporeren in hun bouwproces. Ik ben er vrij zeker van dat ze met relatief kleine ingrepen nog winst kunnen boeken in de speelkwaliteit en klank van hun vleugels.”

Er komt ook nog een vervolg op je meester-leerlingtraject bij August Förster?

Benjamin Schwarz is in Duitsland officieel meester in pianobouw’. Förster heeft mij nu aangeboden om via hen ook het meesterschap voor pianobouw te behalen. Daarvoor moet je theoretische examens afleggen en twee praktijkproeven. De ene proef bestaat uit het ontwikkelen van een piano die je volledig technisch moet uittekenen. De andere proef bestaat uit het bouwen van een piano van een bestaand merk, vanaf nul. Dat triggert mij enorm, maar het is wel een groot engagement. Ik zal dus vooral tijd moeten vinden om mij verder te scholen en de meesterproef af te leggen.”

Welke tip zou je geven aan iemand die ook een meester-leerlingtraject wil afleggen?

Gebruik het traject om naar een plaats te gaan waar je anders, door omstandigheden, nooit terecht zou komen. Zoek naar een plek waarvan je het gevoel hebt dat je er kennis kan opdoen en levend houden. Ik ging naar Duitsland, maar ook hier in België zijn er mensen die uitzonderlijke dingen doen. Kies de plek zorgvuldig, want het is een unieke kans die je voor het leven meedraagt.”

Kennis toepassen en doorgeven

Hoe pas je wat je leerde bij August Förster toe in jouw eigen atelier?

Mijn blik is vooral breder geworden. Als je bijvoorbeeld een nieuw dempermechanisme in een vleugel bouwt, zie je waar de nieuwbouwer rekening mee houdt. Door die blik van de bouwer mee te nemen, kijk je ook anders als restaurator. Ik kan dingen vaststellen die ik vroeger misschien niet zag en kan ook beter met de klanten communiceren: dit is het probleem, we gaan dat op die manier aanpakken en dat zal zoveel uren werk zijn. De blik als nieuwbouwer is dus superzinvol om het restauratieproces beter te beheersen.

Ik geef de kennis ook verder door aan mijn team. Na de eerste maand bij August Förster ben ik teruggekomen met vijftig pagina’s vol tips en dingen die ik geleerd heb. Bijvoorbeeld: ik heb heel veel technieken geleerd om dempers in een vleugel fijner af te regelen. Als we dan een dempermechanisme binnenkrijgen voor herstelling, doen we dat een keer samen, zodat de informatie doorstroomt.

De droom is om hier ooit zelf piano’s te bouwen. Sommige dingen – zoals het maken van gietijzeren kaders – zullen we moeten uitbesteden, maar verder is het wel een haalbaar plan, mede dankzij het meester-leerlingtraject.”

Je atelier is dus een plaats om je kennis verder door te geven?

Ja, we doen dat hier redelijk systematisch. Zo hebben we meestal een stagiair die gemiddeld een dag per week komt meewerken. Daarnaast hebben we al workshops georganiseerd voor kinderen — waarbij we dan meer knutselen en een piano demonteren — en workshops voor pianodocenten met een initiatie stemmen en mechaniek. We hebben al veel positieve feedback gekregen op die workshops, net omdat professionele pianisten vaak niet weten hoe een piano werkt. Er kruipt veel tijd in, maar ik vind het wel belangrijk om dat allemaal te blijven doen.”

Ook interessant

09 jul. 2025

Webinar voor museummedewerkers: ‘Podiumkunsten programmeren en communiceren’

Tijdens deze webinar op 23 september 2025 nodigen we uit om ervaringen uit te wisselen over het inzetten van performances in museale contexten.
Lees meer
Muziek in kwadraatnotatie op vier lijnen. Centraal links op het blad een miniatuur van de letter S in het goud op een blauwe achtergrond, en in het midden daarvan een witte duif.
07 jul. 2025

Topstuk voorgesteld: Muziek uit de cisterciënzerabdij Ten Duinen

Ten Duinen en Ter Doest waren cisterciënzerabdijen met rijke bibliotheken, waarvan meer dan 500 handschriften bewaard bleven.
Lees meer
01 jul. 2025

Gesprekavond ‘Volksdans in beweging’ | Verslag

Op 19 juni 2025 kwamen iets meer dan veertig volksdansers samen voor een inspirerende gespreksavond rond de toekomst van volksdans.
Lees meer
26 jun. 2025

9 lessen uit de conferentie ‘How sustainable is dance as ICH?’

Tijdens de slotconferentie van 'Dance as ICH' luisterden we naar onderzoekers en erfgoedmedewerkers die zich inzetten voor de toekomst van dans.
Lees meer