Home Thema's Wat er rest van voorstelling en context. Roerend …

Wat er rest van voorstelling en context. Roerend erfgoed van het figurentheater

De lange geschiedenis van het figurentheater heeft tal van materiële sporen nagelaten: collecties theaterpoppen, rekwisieten, decors, speelteksten, posters, brochures, foto’s, geluidsbanden, video’s en meer. Deze materiële artefacten worden bij talloze beheerders bewaard en gebruikt en worden, door de constante productiviteit van figurentheatergezelschappen, steeds groter in aantal. De collecties van een aantal (kunsthistorische, etnologische of specifieke poppen-) musea blijken slechts het topje van de ijsberg. Het merendeel is zwerfgoed: grotendeels ‘onzichtbaar’ cultureel erfgoed dat verspreid bewaard wordt in uiteenlopende bewaaromstandigheden. Het Firmament (nu CEMPER) begon vanaf 2007 een onderzoeksproject om het figurentheatererfgoed in kaart te brengen. Via gekende contacten in het veld, instellingen en algemene oproepen werd informatie verzameld. In 2009 resulteerde dit in de volgende gegevens, gepubliceerd in De boom op het dak. Verdiepingen in figurentheatererfgoed.

Poppen uit de voormalige collectie van Het Firmament | © Rudy Gadeyne

Theaterpoppen

De theaterpop is voor een gezelschap een zeer belangrijke drager van informatie, omdat ze heel veel zegt over de specifieke stijl van het gezelschap. Meestal veel meer dan een affiche, foto of een geschreven document. In Vlaanderen werden in 2009 minstens 16.600 theaterpoppen bewaard, opgesplitst in de theaterpoppen die bij figurentheatermakers worden bewaard (14.800) en degene die in het bezit zijn van verschillende instellingen (1.800, in het MAS, Het Huis van Alijn, Musea Brugge, het Speelgoedmuseum, AMSAB-ISG en EFTC, het Europees Figurentheatercentrum). De meeste poppen zijn dus verspreid over heel Vlaanderen en zijn niet verzekerd van een professioneel erfgoedbeheer. Want hoewel vele theatermakers zorgzaam met hun materiaal omspringen, zijn de omstandigheden waarin de theaterpoppen zich bevinden toch lang niet altijd ideaal.

Er zijn verschillende soorten theaterpoppen. Uit de bevragingen blijkt dat de handpop de populairste theaterpop is. Daarnaast zijn er vele collecties stangpoppen en marionetten. Bekpoppen zijn dan weer de meest voorkomende moderne’ figurentheatertechniek, wat zich eveneens vertaalt in een relatief frequent voorkomen.

Rekwisieten en decors

Figurentheatermakers hechten minder belang aan rekwisieten dan aan theaterpoppen. Vaak zijn rekwisieten immers (goedkope) dagdagelijkse objecten die geen of weinig werk vereisen. Rekwisieten worden vaak weggegooid. De meeste theatermakers konden geen gegevens verstrekken over het aantal rekwisieten in hun bezit. Rekwisieten vinden ook minder snel hun weg naar (bewaar)instellingen, hoewel er in Het Huis van Alijn wel collecties rekwisieten zijn. Dit alles neemt niet weg dat er zeker interessante rekwisieten zijn die veel kunnen vertellen over een voorstelling, het gebruik van rekwisieten in het algemeen, of over een specifiek gezelschap.

Decors maken kost bijna altijd veel tijd en werk en wil men meestal wel bewaren, maar ze nemen (te) veel plaats in. Eenmaal in onbruik worden ze niet zelden van de hand gedaan. Dat decors vaak uit verschillende losse elementen bestaan, maakt een juiste telling extra moeilijk. Een zeer ruwe schatting in 2009 kwam uit bij ongeveer 1.000 bewaarde decorstukken.

Archief

Het archief van figurentheatermakers bevat doorgaans speelteksten, technische fiches, programma’s, affiches, persmappen, schetsen, boekhouding, administratie, correspondentie, maar ook foto’s, dia’s, geluidsbanden, video’s, dvd’s enz. Een archief kan noodzakelijke contextinformatie voorzien bij collecties theaterpoppen of decors, bijvoorbeeld over de maker(s) en over de producties waarin ze ooit gebruikt zijn. In 2009 werd 140 strekkende meter figurentheaterarchief bewaard bij makers en 40 strekkende meter door de hogergenoemde instellingen. Opvallend zijn ook enkele grote collecties affiches, bijvoorbeeld in de collectie van het Europees Figurentheatercentrum (EFTC).

Het audiovisuele archief is dan weer onmisbaar om een duidelijk visueel beeld te krijgen van hun producties. Niet alle gezelschappen zijn echter in het bezit van dit soort materiaal. In tegenstelling tot theaterpoppen, decors en zelfs bepaalde delen van het papieren archief (programmabrochures, affiches, …) zijn beeld- en geluidsmateriaal immers meestal geen noodzakelijke vereisten voor het maken van een voorstelling. Als het er wel is, dan gaat het zelden om grote hoeveelheden.

Boeken en tijdschriften

De meeste theatermakers hebben dan ook slechts een beperkte boekenkast’, vaak gevuld met verhalen die tot inspiratie kunnen dienen voor voorstellingen. Net zoals het verzamelen van beeldfragmenten is het bijhouden van boeken en tijdschriften facultatief, en geen noodzakelijke vereiste voor een voorstelling. Maar er zijn in Vlaanderen ook enkele grote, belangrijke collecties boeken en tijdschriften die specifiek het onderwerp figurentheater behandelen, onder meer in de Bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen (uit de voormalige collectie van Het Firmament). De totaalsom van deze bibliotheekcollecties kwam in 2009 uit op ongeveer 5.000 boeken over figurentheater, de dubbels meegerekend. Ook zijn er complete collecties van verschillende figurentheatertijdschriften die ter ziele zijn gegaan, zoals Het Poppenspel, Tussen speelkruis en speelplank, Figeuro en De Figurentheaterkrant. Deze tijdschriften waren belangrijke communicatiekanalen en zijn een waardevolle bron voor onderzoek.