Nog eens 1,15 miljoen euro voor het doorgeven van vakmanschap!

De minister geeft hiermee een vervolg aan het subsidiereglement dat in 2018 voor het eerst werd gelanceerd. De beurzen passen binnen het beleid rond immaterieel erfgoed: ook niet-tastbaar erfgoed dat in hoofden en handen van mensen zit is immers erg waardevol, maar ook kwetsbaar.

“Het doorgeven van dit vakmanschap is een voorwaarde om het levend te houden. Vaak gaat het om intensieve en tijdrovende processen. Deze beurzen geven vakmensen ruimte en adem om een aantal maanden tot twee jaar intensief te gaan samenwerken met iemand die bij hem of haar in de leer wil gaan. Zowel de meester als de leerling ontvangen een stuk van de beurs, samen voor een bedrag van maximaal 2.000 euro per maand.” — Vlaams minister van cultuur Sven Gatz

De geselecteerde trajecten vinden plaats over heel Vlaanderen en Brussel illustreren de aanwezigheid van een heel divers vakmanschap in deze regio. Zowel de knowhow achter ​‘klassieke’ ambachten als smeden, borduren, of drukken, als technieken in functie van nieuwe creaties, zoals het maken van juwelen of in mode komen aan bod.

De minister ziet vakmanschap cultuurbreed, met opvallende trajecten rond het zetten van tatoeages of het werken met Brabantse trekpaarden op onze velden. Ook podiumkunsten komen aan bod, zoals met het vakmanschap van de scenograaf, of het maken van oude muziekinstrumenten als hakkeborden. Tot slot kan ook vakmanschap dat nieuwkomers naar Vlaanderen meebrengen, leiden tot boeiende interculturele samenwerking, zoals het spelen van Marokkaanse instrumenten en muziekstijlen, of Roma-muziek.

Beeld: Pieter Blondelle — Meester binnen het traject ​‘Bouwen van een traditioneel hakkebord en initiatie tot het bespelen’

Bron: Departement Cultuur, Jeugd & Media. (2019). Nog eens 1,15 miljoen euro voor het doorgeven van vakmanschap.