Dans in musea in Koksijde
NAVIGO Visserijmuseum en het Abdijmuseum Ten Duinen zoeken actief naar manieren om erfgoed tot leven te brengen. In het NAVIGO Visserijmuseum staat het leven en werk van de vissers en hun gemeenschappen centraal, met aandacht voor ambachten, tradities en verhalen die generaties verbinden. Het Abdijmuseum Ten Duinen neemt bezoekers mee naar het middeleeuwse leven rond de abdij, via kunst, collectiestukken en historische reconstructies die de religieuze en sociale context van die tijd zichtbaar maken. Tijdens Erfgoeddag 2025 zetten beide musea dans in als een middel om immaterieel cultureel erfgoed op een tastbare en ervaarbare manier te presenteren.
NAVIGO Visserijmuseum
Het NAVIGO Visserijmuseum zette de culturele rijkdom van volksdans in de kijker. Twee lokale dansgroepen brachten de traditie tot leven: de Oud-IJslandvaarders, die al meer dan 70 jaar actief zijn, en De Juttertjes, een kindervolksdansgroep. Sari Middernacht, publiekswerker bij NAVIGO, vertelt hoe ze de groepen betrok om te dansen in de nieuwe museumopstelling: “We kozen ervoor om de dansgroepen in het museum te laten dansen. Zo maken we tradities die stevig verankerd zijn in de lokale gemeenschap zichtbaar in een museale context. Het was laagdrempelig en vrijblijvend: bezoekers konden meedoen of gewoon toekijken.”
De dansmomenten in het museum werden zorgvuldig afgestemd met de betrokken dansgroepen. Sari sprak af met dansers van de Oud-IJslandvaarders om historisch beeldmateriaal te verzamelen. Deze beelden werden tijdens het optreden in het museum geprojecteerd, terwijl de voorzitter van de groep mondelinge toelichting gaf. Zo bood de voorstelling niet alleen entertainment, maar voegde ze ook een extra laag toe aan het museumverhaal, waarin erfgoedgemeenschappen en visserijgeschiedenis centraal staan.
De dansgroepen voelen zich door de aanpak erkend en gewaardeerd, én deel van het museum: “We voelen ons thuis in het museum,” aldus Maurice Legein van de Oud-IJslandvaarders. De inhoudelijke link tussen de dansgroepen en het museum was duidelijk aanwezig, en dat bleek voor de dansers erg belangrijk.
De bezoekers reageerden enthousiast: velen bleven staan om te kijken en waardeerden het dat levende tradities zo tastbaar aanwezig waren in het museum. Tegelijkertijd kwamen er uitdagingen naar boven. Zo merkte de dansers op dat sommige bezoekers aanvankelijk aarzelden: “Er waren mensen die niet naar binnen kwamen en dachten dat we buiten op het plein zouden dansen, ze wisten niet wat er ging gebeuren.” Ook de interne communicatie kon beter, de dansers hadden het gevoel dat de gidsen niet op de hoogte waren van het programma.
Voor de dansers zelf was het optreden in de museale setting een bijzondere ervaring. De combinatie van dans, kostuums en de indrukwekkende museumzaal met de gestrande potvis, zorgde voor een memorabele beleving.
Bekijk hieronder het filmpje waarin dansers van De Juttertjes en de Oud-IJslandvaarders zelf vertellen over hun danservaring in het museum.
Abdijmuseum Ten Duinen
Ook het Abdijmuseum Ten Duinen experimenteerde met dans op Erfgoeddag. Daarbij lag de focus op middeleeuwse dansen. Hoewel dit thematisch niet volledig aansluit bij de historische realiteit van de abdij — dans had er in het monastieke leven nauwelijks of geen plaats — bood het experiment toch interessante inzichten.
Publiekswerker Nick Herweyers wilde verkennen hoe dans kan fungeren als een speelse ingang tot geschiedenis, zelfs wanneer de praktijk zelf niet letterlijk deel uitmaakte van het abdijleven. Voor bezoekers vormden de middeleeuwse dansen een laagdrempelige manier om in contact te komen met het erfgoedverhaal: ze trokken de aandacht en nodigden uit tot participatie.
Tegelijkertijd stelde Nick vast dat het belangrijk blijft om een duidelijke context te bieden. Dat gold niet alleen voor bezoekers — door uit te leggen dat de dansen niet historisch in de abdij werden uitgevoerd, maar wel deel uitmaken van bredere middeleeuwse cultuurpraktijken — maar ook intern. Sommige collega’s begrepen niet meteen waar dit experiment vandaan kwam, waardoor extra duiding nodig was. Zo werd het ook een oefening in interne en externe communicatie rond publiekswerking.
Concreet gaf historische dansgroep Capriool twee workshops van elk een uur in de buitenruimte van de abdijsite. Bezoekers konden zelf danspassen uitproberen, zonder dat eerdere ervaring nodig was.
Hoewel inschrijving voorzien was, meldden de meeste deelnemers zich last-minute aan – iets dat vaak voorkomt bij grootschalige evenementen zoals Erfgoeddag. Capriool zorgde voor kostuums, muziek en deskundige begeleiding, wat meteen zorgde voor een levendige en uitnodigende sfeer. Het publiek reageerde enthousiast, al bleef de opkomst iets kleiner dan gehoopt. Nick merkte dat communicatie cruciaal blijft. Dit jaar werd vooral gerekend op de overkoepelende communicatie van Erfgoeddag binnen de gemeente. In de toekomst wil hij ook lokale (dans)verenigingen gericht aanspreken om de zichtbaarheid én de participatie te vergroten.
De dansers zelf blikten positief terug op het optreden. Lieve Croux, één van de deelnemende dansers van Capriool, omschreef het als “een aangename ervaring”. Wat voor de dansers bijzonder was, is hoe de historische omgeving het dansmoment versterkte: “Het was speciaal om vlak bij de ruïne te kunnen optreden.” Bezoekers onderbraken hun bezoek om te kijken, en sommigen kwamen speciaal voor de dansen langs. Achteraf hadden ze vaak vragen over de kledij of over de achtergrond van de dansen.
Volgens de dansers verliep het optreden vlot dankzij een grondige voorbereiding. “Ik heb vooraf gebeld met de organisatoren om te vragen wat ze precies verwachtten en om me te informeren over de ruimte,” vertelt Lieve. Duidelijke afspraken blijven volgens hen essentieel om alles vlot te laten verlopen.
Capriool zou zonder twijfel opnieuw in een museum willen optreden. “Het is verrijkend voor ons. De setting helpt onze dansen beter tot hun recht te komen, en voor de bezoekers versterkt het de beleving op geschiedkundig vlak. Het is een boeiende wisselwerking.”
Conclusie
Deze twee voorbeelden tonen hoe dans een museumervaring kan verrijken: door dans in de museale context te brengen, ontstaat een interactief en levendig erfgoedmoment. Het benadrukt niet alleen de culturele waarde van immaterieel erfgoed, maar versterkt ook de verbinding met de lokale gemeenschap en de bezoekers.
Dit artikel kwam tot stand op basis van gesprekken met Sari Middernacht, destijds publiekswerker bij NAVIGO, en Nick Herweyers, hun bijdrage aan de webinar Podiumkunsten programmeren en communiceren en bijkomende gesprekken met dansers van Oud-IJslandvaarders, De Juttertjes en Capriool.
Ook interessant
re#encounter: Muzikale ontmoetingen tussen traditie, innovatie en gemeenschap
Muziek maken uit karton
Registreer jouw archief of collectie tijdens de Week van de Belgische Muziek!