Izran Revisited: heropleving van een traditie uit het Rifgebergte
De afgelopen jaren werkten gemeenschapscentrum De Vaartkapoen, Avansa Citizenne en Fatoum (artieste) intensief samen rond izran. Deze gezongen poëzie maakt deel uit van de Riffijnse cultuur en wordt vooral gezongen in een duel tussen vrouwen. Met het project Izran Revisited werd gezocht naar manieren om izran door te geven aan nieuwe generaties. Wij gingen langs bij Greet Simons van De Vaartkapoen en Fatoum om meer over dit project te weten te komen.

Izran Revisited
Wat is izran en waarom is het belangrijk om door te geven?
Fatoum: “Izran is een vorm van korte, gezongen poëzie. Het bestaat enerzijds uit een ritme en een melodie, en anderzijds uit de woorden die je gebruikt om een boodschap te brengen. Izran kent zijn oorsprong in de Rif (Noord-Marokko) en wordt in het Tamazight (Riffijns) gezongen. De korte poëzie is gemakkelijk te onthouden en laat ook improvisatie toe. Volgens de traditie wordt izran niet opgeschreven, maar mondeling doorgegeven. Omdat ik merkte dat de transmissie geëvolueerd is en een nood voelde voor geschreven teksten, ben ik izran wel beginnen neerschrijven.
Ook belangrijk zijn de collectiviteit en beweging. Izran laat toe om samen een boodschap te brengen. Daarbij is er één persoon die de leiding neemt. De anderen ondersteunen en verrijken de izran met een repetitieve melodie. De zang wordt begeleid met percussie (een ronde tamboerijn genaamd adjun of bendir) en beweging, waardoor je een fysieke connectie krijgt. Izran combineert dus fysieke en intellectuele vaardigheden, poëzie, zang, ritme en collectiviteit.”
Greet: “De collectiviteit is inderdaad heel belangrijk, maar dat maakt het ook moeilijker om hier izran te zingen. Je leeft immers niet in een dorp waar je regelmatig feestviert met je buren. Er wordt wel nog izran gezogen op huwelijksfeesten, maar daar wordt vooral het vaste repertoire gezongen en minder geïmproviseerd. Het repertoire is natuurlijk ook belangrijk, maar het is toch vooral in improvisatie en in teksten die speciaal voor een gelegenheid worden gecreëerd dat sterke boodschappen zitten. Daarnaast is het belangrijk om te zeggen dat hier heel wat mensen van Riffijnse afkomst zijn die hun kinderen geen Riffijns meer geleerd hebben. Er is dus echt een verlies van de taal, maar er is ook een vraag vanuit nieuwe generaties, een heropleving van Amazigh. Er zijn veel vrouwen die izran willen leren zingen, maar ze vonden geen plaats om het te leren. Er zijn hier geen scholen of online tutorials.”
Fatoum: “Izran is een traditie die al jarenlang wordt doorgegeven door vrouwen, ondanks de vele onderdrukkingen. Onder andere door migratie werd het aan de kant geschoven door te zeggen: nee, nee, het is niet meer belangrijk. Maar ik vind dat izran een buitengewoon middel is voor de gemeenschap om vreugdevolle, maar ook moeilijke dingen over te brengen. Daarom vind ik het belangrijk om te vechten voor het belang van izran, in de eerste plaats voor onszelf, maar ook omdat het ons in staat zal stellen om bepaalde vraagstukken aan te brengen.”
Wie zijn jullie en hoe zijn jullie bij dit project betrokken geraakt?
Fatoum: “Ik ben zangeres, ik zing in het Tamazight en heb daarvan mijn beroep gemaakt omdat het mijn moedertaal is. Ik kwam op jonge leeftijd naar Molenbeek. Tamazight is de taal die ik sprak met mijn familie, maar daarbuiten leerde ik Frans spreken. Ik begreep niet waarom Tamazight geen deel kon uitmaken van mijn leven buitenshuis. Het is immers mijn moedertaal, het heeft een belangrijke plaats in mijn leven.
Ik leerde izran van mijn grootmoeders. Het is voor mij een manier om de Riffijnse cultuur, in al zijn rijkheid, uit te dragen op een collectieve manier. Mijn kennismaking met Greet heeft gezorgd voor opportuniteiten om izran verder door te geven. Onze grootste vraag daarbij was: hoe geef je iets door dat geografisch gezien van een heel specifieke plek komt, dat door families is gedragen en dat onderdrukt is geweest? Hoe kunnen we iets dat zo oud is doorgeven aan nieuwe generaties die hun eigen bezigheden en zorgen hebben? Moeten we het aanpassen?”
Greet: “Ik werk in het gemeenschapscentrum De Vaartkapoen (VK) op de intersectie tussen maatschappelijke thema’s of specifieke gemeenschappen en muziek. Ik gebruik dus muziek binnen mijn projecten om te werken rond emancipatie of rond een thema. Zo vorm ik de brug tussen de concertwerking en de gemeenschapswerking van de VK. Vier jaar geleden ben ik samen met mijn collega Malika Saissi gestart met het project Izran Revisited. Af en toe doen we met de VK een diepgaand, interdisciplinair project. Omdat Malika zelf van Riffijnse origine is, wilde ze graag werken rond izran en specifiek izran als middel om het te hebben over taboes, le non-dit. Ook bij Avansa Citizenne werkt iemand van Riffijnse afkomst die izran wilde gebruiken als methodiek om het te hebben over persoonlijke geschiedenis. Omdat het vanuit de VK belangrijk is om te werken rond zowel het maatschappelijke als het muzikale aspect, zijn we op het idee gekomen om echt te werken rond overdracht en valoriseren van de traditie.”

Hoe verliep de start van Izran Revisited?
Greet: “Voor de start van Izran Revisited zijn we met een aantal mensen uit de Riffijnse diaspora gaan praten. Het lag voor de hand dat we met Fatoum gingen praten, want ze was in België de enige Riffijnse vrouw die izran bracht op het podium. We hebben ook andere mensen gecontacteerd en daarbij kregen we soms gemengde reacties. Zo was er een man die zei dat je met izran moet opgroeien en dat je het niet kan leren in ateliers, terwijl dat net een uitdaging was die we met het project wilden aangaan. Aan de andere kant was er dan weer iemand die jamsessies een fantastisch idee vond en er mee over wilde nadenken. Dus ja, het was heel spannend. We hebben heel veel hulp gekregen, zowel van individuen als van instituten, maar de uitdaging was ook groot.
Avansa Citizenne heeft dan subsidies aangevraagd voor een meerjarig project bij Erfgoedcel Brussel. Voor ons was het de eerste keer dat we in contact kwamen met de (immaterieel)erfgoedsector. De erfgoedcel heeft ons niet alleen financieel ondersteund, maar ook verdere begeleiding gegeven. Daarbij keken ze echt met een open blik naar de praktijk. Het was een verademing om de erfgoedsector te leren kennen. Ons project paste perfect binnen hun oproep, die ons bovendien veel meer ruimte bood om diepgaand te werken dan in de kunstensector. Het is ook via de erfgoedcel dat we in contact kwamen met de meester-leerlingbeurs van de Vlaamse overheid en met CEMPER voor begeleiding bij de beursaanvraag.”
Van ateliers tot publieke presentaties
Irzan Revisited was een heel breed project. Wat hebben jullie allemaal gedaan?
Greet: “Binnen Izran Revisited en het beurstraject zijn heel veel dingen gebeurd. Kleine evenementen, zoals presentaties en artiesten als Badr El Hammami en Farid Rifana die langskwamen, maar ook diepgaande begeleiding van drie leerlingen, het oprichten van een groep die publieke presentaties doet (Suyt Izran) …
De VK heeft ook basisateliers georganiseerd waar mensen van izran konden proeven. Fatoum heeft veel ateliers gegeven en ging daarbij op zoek hoe je izran kan aanleren aan een brede groep vrouwen. De ateliers waren vooral voor vrouwen uit de buurt. Het doel was daarbij niet om een hoog niveau te bereiken, maar wel om te praten over ervaringen, met elkaar te delen, bepaalde thema’s aan te kaarten.
Daarnaast werkten we samen met Médiathèque NGHE. Dat is een klein collectief van Franstalige artiesten die in de buurt een mediatheek hebben waar regelmatig publieke momenten, ateliers, debatavonden en concertjes georganiseerd worden. Zij waren geïnteresseerd in het project omdat ze contact willen maken met mensen uit de buurt. Een van de ateliers die we daar gegeven hebben, was om izran aan te leren aan vrouwen die nog geen connectie hadden met izran. Er waren vrouwen van onder andere Spaanse, Italiaanse en Franse origine. Daar hebben we gezien dat het ook mogelijk is om met hen izran te zingen en die collectiviteit te ervaren.
Een ander project was een expo van Citizenne in de hangar van de VK. Gedurende een maand organiseerden we daar bijna elke dag een andere activiteit, waaronder een hennaworkshop en een conferentie van Tarwa n Cheikh Mohand, een groep die een andere traditionele Riffijnse muziekvorm brengt. Fatoum heeft daar ook een heel interessant atelier gegeven over erotische izran. Binnen izran heb je namelijk bepaalde thematieken. Heel vaak gaat het over het familiale, het interpersoonlijke, verliefdheid, oorlog, sociale thematieken. Maar er is dus ook een luikje erotische izran.”

Jullie organiseerden ook jamsessies. Hoe verliepen die?
Greet: “Onder de naam Izran Jaranegh (‘izran onder ons’) organiseerden we jamsessies, om mensen izran te laten beleven zoals die in zijn natuurlijke context beleefd wordt. Daarbij nodigden we telkens mensen uit die sterk zijn in izran om een izranbattle op gang te brengen. We organiseerden twee reeksen: eentje op woensdagavond voor een gemengd publiek, en eentje op zondagnamiddag voor vrouwen alleen. Dat was een superinteressante ervaring die ook heel erg resoneerde bij de mensen.
De jamsessies gaven ook de kans om te testen wat leuke manieren zijn om izran over te brengen en waar de pijnpunten zitten. Zo hebben we gemerkt dat oraliteit heel moeilijk is. We grijpen hier vaak naar geschreven tekst en het is moeilijk om iets op het gehoor aan te leren.”
Een belangrijk onderdeel van Izran Revisited was om izran te brengen op de publieke scène.
Greet: “Uit de ateliers is de zin ontstaan om een traject te doen met getalenteerde vrouwen om izran op het publieke podium te brengen. Hieruit is Suyt Izran gegroeid, een groep die veel podiumkansen bood. Ze zongen onder andere in Maison des Cultures Molenbeek met Amazigh Nieuwjaar en de boeklancering van Izran, erfgoed in woord en muziek, in cultuurcentrum Archipel 19 en tijdens Musikaa. Dat laatste was een initiatief van Klarafestival waarin ze een partnerschap aangingen met Molenbeekse organisaties. Vanuit de VK mochten we projecten voorstellen. Fatoum was meteen enthousiast, maar ik was eerder terughoudend. Ik vroeg me af hoe een publiek van klassieke muziek interesse zou kunnen hebben in izran, want het is niet zo evident om naar te luisteren als je de taal niet spreekt. Maar uiteindelijk was het een match made in heaven, omdat het publiek van Klarafestival de interesse heeft om zich in te lezen en in te leven.
Musikaa was een traject van drie jaar. Het eerste jaar brachten we samen met Lina Charif uit Lille en een groep vrouwen twee sterke performances. Ze zongen toen typische izran, maar wel met nieuwe teksten. Het tweede jaar gingen we in interactie met mannen. We nodigden twee Riffijnse muzikanten, Saadine Tarabti en Mohamed Afassi, uit. Daarmee maakten we nieuwe creaties, op basis van izran. Het derde jaar brachten we een muzikale theatervoorstelling met als thema arbeidsmigratie en de plaats van de vrouw binnen dat verhaal.”
Fatoum: “Om die nieuwe creaties te maken, gingen we op zoek hoe we izran muzikaal konden verrijken, bijvoorbeeld met gitaar en fluit, met respect voor het poëtische, ritmische en collectieve kader. Ik wilde ook uitproberen of het toevoegen van vocale harmonie de izran zou verrijken, want normaal wordt het eenstemmig gezongen. Voor de zangers van Suyt Izran was meerstemmigheid een nieuwe ervaring en we moesten onze tijd nemen om er vertrouwd mee te raken. Daarnaast was het soms een zoektocht om de samenwerking tussen amateurs en professionele muzikanten vlot te laten verlopen. Maar het is ons gelukt en ik denk dat de meerstemmigheid ook geholpen heeft om op het Klarafestival een breder publiek te bereiken.”
Greet: “Een andere manier waarop we een breed publiek bereikten, was door video’s die het publiek deelde via sociale media. Die video’s werden internationaal verspreid en werden ongelooflijk vaak bekeken. Het circuleerde in Spanje, Marokko … Het was geweldig om te zien dat Suyt Izran inspireerde en dat we meer vrouwen zagen performen in de publieke ruimte, ook in het buitenland.”
Fatoum: “Een van de doelen van Izran Revisited was om op te treden, om izran in de schijnwerpers te zetten, om met vrouwen in de publieke ruimte te zingen. Ik denk dat we daarin geslaagd zijn en het was een buitengewone ervaring. Maar voor sommige deelnemers was het niet makkelijk. Sommige families zijn conservatief en terughoudend tegenover podiumoptredens of het gebruik van sociale media. Zelfs de deelnemers van het meester-leerlingtraject, drie feministische vrouwen die uit cultureel geëmancipeerde gezinnen komen, voelden een zekere druk. Dat waren gevoelige kwesties, maar het was wel interessant om daarrond te werken.”
Van meester op leerling
Traditioneel wordt izran door vrouwelijke familieleden doorgegeven. In het meester-leerlingtraject nam Fatoum drie leerlingen onder haar vleugels. Wie waren dat en waarom namen ze deel aan het traject?
Fatoum: “Ik had drie leerlingen: Fadma Ettoumliti, Ramia Taheri en Oumayma Hammadi. Fadma is opgegroeid in de Rif en kwam op haar 18de naar België om grafisch ontwerp en schilderkunst te studeren. Ze kwam dus al in contact met izran, maar nam deel aan het traject om alles te leren op het vlak van zang en muziek. Ramia is ook een artiest. Ze kende al izran, maar wilde zich verbeteren op vlak van muziek en ritme. Oumayma’s achtergrond ligt meer in de politiek. Haar traject was vooral interessant omdat ze nog beperkt Tamazight sprak.”
Greet: “Met Izran Revisited wilden we izran niet alleen in de schijnwerpers zetten, we wilden ook zorgen dat naast Fatoum andere vrouwen een rol kunnen opnemen in het verspreiden van kennis over izran. Voor Oumayma was dat vooral educatief, voor Ramia was dat het verzamelen van izran en voor Fadma lag de focus vooral op choreografie en beweging.”
Hoe is het meester-leerlingtraject verlopen?
Fatoum: “Het traject was verspreid over twee jaar, in verschillende etappes. In de eerste fase leerde ik hen alles over izran: het ritme, de zangtechniek, het overdragen van een boodschap. Daarnaast leerde ik hen hoe ze op het podium moeten staan, want er is ook een technisch en choreografisch aspect. Daarna volgde een individueel traject per leerling, aangepast aan hun persoonlijke en artistieke behoeften. Doorheen het traject kregen we ook verschillende podiumkansen Zo werd ik gevraagd voor Sounds of Berberia en nam ik Suyt Izran – waarvan de leerlingen deel uitmaken — mee in dat avontuur.”
Greet: “Ook het pedagogische aspect speelde een belangrijke rol tijdens het traject. Fadma, Ramia en Oumayma waren aanwezig bij verschillende ateliers en kregen ook de kans om daar zelf uit te leggen wat izran is. Zo hebben ze, samen met Fatoum, geleerd hoe je een atelier begeleidt.”
Jullie gingen ook op inleefreis naar de Rif.
Greet: “In het tweede jaar van het meester-leerlingtraject hebben we ons afgezonderd in het Rifgebergte. We hebben daar veel uitstappen gedaan, onder andere naar een spirituele plek, het mausoleum van Sidi Chaib.”
Fatoum: “Sidi Chaib is een soufi-heilige die zelf artiest wilde worden. Hij speelde fluit, maar overleed op jonge leeftijd. Omdat hij veel goeds heeft gedaan voor de Riffijnse gemeenschap, heeft hij een mausoleum op een prachtige plek op de top van een berg, met uitzicht op zee. Naast zijn mausoleum staat ook een klein mausoleum voor zijn hond, omdat die ook deel uitmaakte van de familie. We weten niet precies hoe oud het mausoleum is, maar we weten wel dat het een belangrijke plaats is voor izran, voor muziek en artiesten.”
Greet: “Omdat Sidi Chaib een beetje als een patroonheilige is voor muzikanten, komen muzikanten naar het mausoleum om ingewijd te worden als artiest. Het is een plek waar je naartoe gaat om inspiratie te krijgen of om artistieke of persoonlijke wensen te brengen. Als je wens uitkomt, zing je izran bij het mausoleum en breng je een feest uit dankbaarheid.”
Afronding van het project
Izran Revisited wordt binnenkort afgerond. Hoe kijk je op het project terug, Fatoum?
Fatoum: “Het was echt een kans waar ik al heel lang van droomde, om de materiële mogelijkheden te hebben, maar ook de educatieve mogelijkheden, de structurele ondersteuning, om gedurende langere tijd mijn kennis te kunnen doorgeven. Alleen had ik dit nooit kunnen doen. Voor mij persoonlijk was het ook heel leerrijk op pedagogisch vlak. Ik kende izran, maar het was een uitdaging om amateurs te betrekken en hen de juiste tools aan te bieden.
Voor de deelnemers van het meester-leerlingtraject was het ook een kans, in de eerste plaats om izran te leren, maar ook om hun persoonlijke artistieke werk te stimuleren. En voor de bredere gemeenschap was het een kans om de schijnwerpers te zetten op izran en de Riffijnse gemeenschap, in het bijzonder op vrouwen en vrouwelijke expressie. Het project heeft ervoor gezorgd dat izran beter bekend is en dat er ook andere mensen zijn die ateliers geven. Dat is mooi om te zien.”
Het project wordt bekroond met een publicatie.
Fatoum: “De subsidies hebben ons de opportuniteit gegeven om te experimenteren en op zoek te gaan welke tools het best aangepast zijn aan izran. Daarbij waren zowel het sociaal-culturele als het artistieke belangrijk. De kennis en ervaring die we met het project hebben opgedaan, gaan we samenbrengen in een publicatie. Zo kunnen ook anderen die tools in de toekomst gebruiken.”
Greet: “Al aan het begin van de subsidieaanvraag was het doel om toe te werken naar een publicatie. Maar het is pas doorheen het traject dat we beseften hoe belangrijk het is om al onze ervaringen in een publicatie te gieten die vertelt wat izran is. Het is ook een belangrijke reflectie. Wat is izran? Is dat de izran die gezongen wordt op trouwfeesten? Weten mensen hoe izran vroeger beoefend werd? Dat het de hele nacht lang gezongen werd in een duel tussen mannen en vrouwen? Met de publicatie willen we mensen laten nadenken over izran vroeger en nu. Tegelijkertijd willen we praktische tools aanbieden om zelf izran te leren. De publicatie zal in mei klaar zijn en met een presentatiemoment gelanceerd worden. Voor de VK is dat het einde van het project Izran Revisited, maar ik ben ervan overtuigd dat er andere projecten rond izran in de pijplijn zitten. Ook Fatoum zal haar werk verderzetten.”
Ook interessant

Open Call Dansstroom: Amateurdansers duiken in repertoire

Wat weten & wat tonen we? Onderzoek naar het Mechelse vrijetijdstheater toen, nu
