'Getuigen van het dansverleden: De archivering van dans in Vlaanderen’
Binnenkort verschijnt het themanummer ‘Getuigen van het dansverleden: De archivering van dans in Vlaanderen’ van Documenta – Tijdschrift voor theater, samengesteld door gastredacteurs Annelies Van Assche (S:PAM, Universiteit Gent) en Timmy De Laet (Visual Poetics, Universiteit Antwerpen).
Collega Staf Vos wijst er op cruciale uitdagingen voor de omgang met danserfgoed in Vlaanderen. Ook andere auteurs onderzoeken de (on)mogelijkheden van archiefonderzoek naar danspraktijken uit het verleden. Een opmaat naar méér reflectie, onderzoek en samenwerking over sporen van dans?
Wat is het thema van deze uitgave?
Het uitgangspunt van het nummer is de vaststelling dat er in Vlaanderen geen instelling bestaat die zich systematisch bezighoudt met de archivering van dans.
Het archiefmateriaal van choreografen, dansleraren en dansers ligt versnipperd over Vlaanderen, in bibliotheken en archiefinstellingen maar evengoed in kasten thuis of in stapels dozen bij de erfgenamen. Ook de dansgezelschappen die nu actief zijn, hebben zelden een geïnventariseerd archief. Nog steeds gaat de aandacht vooral uit naar het creëren van nieuw werk of naar het levend houden van bestaand repertoire. Waardevolle historische kennis over dans of belangwekkend erfgoed dreigen hierdoor tussen de plooien van de geschiedenis te vallen.
Wat lees je in dit themanummer?
De eerste essays in dit nummer buigen zich over de aanpak en organisatie van de archivering van dans. Timmy De Laet pleit in zijn inleidend essay voor een participatief model van archivering terwijl CEMPER-collega Staf Vos de noden en uitdagingen voor danserfgoed in Vlaanderen helder in kaart brengt. Hij schetst daartoe een historiek van het beleid en zoekt naar geëngageerde partners om de huidige lacunes op te vangen met een ‘netwerk danserfgoed’.
Daarnaast krijgt ook het archiefonderzoek naar het Vlaamse dansverleden zelf een plaats. Edith Cassiers bezocht verschillende archiefinstellingen om uit te pluizen hoe Akarova, Elsa Darciel en Francesca d’Aler zich als drie vrouwelijke pioniers van de Belgische moderne dans verhielden tot het toenmalige kunstenlandschap.
Sander Vloebergs dook eveneens in uiteenlopende collecties voor zijn onderzoek naar de religieuze rol van Lea Daan waarbij hij de relatie tussen dans en kerk onder de loep neemt.
Tot slot werpt Annelies Van Assche een museale blik op het dansarchief van Marc Vanrunxt en stelt zich daarbij de vraag waarom het boeiend kan zijn de sporen van creatieprocessen tentoon te stellen.
In de Portfolio-sectie rapporteren enkele studenten theaterwetenschappen uitgebreid over de pieken en dalen van hun zoektocht naar de archieven van enkele iconen uit de Vlaamse dans. Deze bijdragen tonen tot welke obstakels maar ook tot welke verrassende ontdekkingen archiefonderzoek kan leiden: van het moeilijk vindbare archief van Jeanne Brabants en de nauwelijks leesbare notities van Lydia Chagoll tot het unieke maar vaak vergeten werk van Lea Daan voor de radio en de bijzondere logboeken die choreograaf Alain Platel bijhoudt voor zijn producties met les ballets C de la B.
Het nummer sluit af met twee boekrecensies die voortbouwen op de vraag naar de archivering van dans. Pieter T’Jonck belicht in zijn review essay hoe het nieuwe boek van Paul Verrept en Marc Vanrunxt aansluit bij de artistieke poëtica van de choreograaf. Eva Maes beschouwt in haar bespreking van 50 Jaar Ballet Vlaanderen hoe via woord en beeld een belangrijk stuk recente dansgeschiedenis opnieuw tot leven wordt gewekt.
Benieuwd naar dit themanummer? Je kan je abonneren op Documenta. Het nieuwe nummer 39 (2) zal ook apart te koop zijn via Skribis.