Hawaiiaans muziekhandschrift
In het voorjaar van 2013 deed het Damiaancentrum een uitzonderlijke vondst. Tussen de collecties vonden de medewerkers een muziekhandschrift. De precaire staat van het document deed hen beseffen dat actie nodig was. Het boekensteunproject, een gemeenschappelijk crowdfundinginitiatief van de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en het Vlaams Fonds voor de Letteren, zou soelaas kunnen bieden voor het inzamelen van de nodige middelen. Met een uitgebreide campagne werd die crowdfunding in april op gang getrokken en vandaag zijn de financiën bereikt om de restauratie van het muziekhandschrift aan te vatten. Resonant (nu CEMPER) is partner in het project en hielp bij het identificeren van het handschrift.
Identificatie
Het handschrift is ongeveer 555 x 450mm groot en heeft een band van pandanus (gevlochten bladeren). Zowel de band als de folio’s zijn sterk beschadigd door verzuring van de band, door de inkt, door insecten of door vocht. Doordat het handschrift volledig geplooid is teruggevonden is de schade nog verergerd. Het boek bestaat uit twee delen die erop wijzen dat het wellicht om een samengesteld handschrift gaat: een aantal bladen zijn aan elkaar gelijmd, andere zitten los. Die twee delen zijn ook inhoudelijk te onderscheiden. De eerste zes folio’s bevatten alleen teksten van Latijnse gebeden. De laatste vijf folio’s bestaan uit gezangen.
Over de auteur of de samensteller vind je geen informatie: het handschrift bevat geen colofon noch auteursvermelding of een andere verwijzing naar een samensteller. Dit bemoeilijkt het verzamelen van de basisinformatie en het contextualiseren van het handschrift. Het enige wat momenteel met enige zekerheid kan worden gezegd is dat het om een Hawaiiaans muziekhandschrift gaat. Vermoedelijk is het gemaakt in de tweede helft van de 19de eeuw. De datering kan hooguit bij restauratie verder worden verfijnd. Vermoedelijk werd het in het tweede kwart van de 20ste eeuw naar België overgebracht. In 1947 werd het alleszins beschreven in een inventaris van het Damiaanmuseum in Tremelo.
Inhoud
Het beschrijven van de fysieke staat en het vaststellen dat het om een muziekhandschrift gaat is één. De inhoudelijke identificatie is in dit geval een tweede zaak: kennis van muzieknotatie is hier aan de orde, maar evenzeer kennis van de liturgische teksten.
Het eerste deel, de teksten zonder muziekaanduiding, zijn de gebeden van de Kyriale (de vaste onderdelen van de mis), het Magnificat en één hymne (Tantum ergo). Deze teksten zijn in zeer grote letters neergeschreven.
Het tweede deel met de muzieknotatie bestaat uit pagina’s waarbij je vijf tot negen notenbalken per pagina vindt met een ruwe vorm van muzieknotatie. Die is vaak onvolledig en onduidelijk omwille van de schade die het handschrift heeft geleden. Onder de muzieknotatie zijn ook de notennamen in het Hawaiiaans toegevoegd. De identificatie van de muziekfragmenten en de melodieën wordt bemoeilijk door de summiere structuur in ritme en/of maataanduidingen. Het gebruik van de dubbele maatstreep wordt evenmin consequent toegepast. Resonant kon 13 tot 16 gezangen onderscheiden en 12 hiervan identificeren. Het gaat in brede zin om vocale muziek en vooral religieuze muziek voor de liturgie.
Een aantal melodieën hebben liedteksten in het Hawaiiaans. Het Hawaiiaans zijn we nog niet machtig, maar de melodieën werden wel geïdentificeerd omdat het om contrafacten/contrafacturen gaat waarbij op een bestaande melodie een nieuwe tekst wordt gezet. O kapakoa ia kreeg als melodie Ah! vous dirais-je maman, een Franse melodie die wellicht in de 18de eeuw ontstond en bij ons beter gekend is als Kortjakje. Ua hiki mai is gebaseerd op de melodie van een Frans hymne Chrétiens, prosternons nous, een melodie die we ook herkennen als God saves the King/Queen.
Context
Net zoals het feit dat auteur/samensteller van het handschrift onbekend is, zo is ook het gebruik van het muziekhandschrift nog onbekend. De verschillende onderdelen suggereren een onderscheid in gebruik. Het eerste deel met het groot lettertype wijst op een gebruik als koorboek in de liturgie. Het tweede deel met de Hawaiiaanse notennamen en de Hawaiiaanse liedteksten, geeft meer blijk van muziekonderricht. Het handschrift kan worden verbonden aan het katholieke missiewerk door de congregatie Paters Heilig Harten van Jezus en Maria op Hawaii in de 19de eeuw. Over de rol van muziek in het missiewerk op Hawaii is nog nauwelijks onderzoek gedaan. Daardoor kan het handschrift niet meteen in een juiste context worden geplaatst. De congregatie was vanaf 1827 actief op Hawaii, bouwde er meerdere kerken en stichtte in 1833 een bisdom. Een belangrijk figuur in dit missiewerk was Pater Damiaan, die van 1864 tot zijn dood in 1889 op Hawaii werkzaam was en in verschillende brieven getuigt over muziek als bindend cultuurmiddel.
Met de vondst van dit muziekhandschrift is een unieke bron bovengekomen. Om die volledig te begrijpen is verder onderzoek wenselijk. Daarbij hoort codicologisch en paleografisch onderzoek. In het beste geval kan worden gewerkt volgens de criteria van een topstukkendossier, waarbij de cultuurhistorische waarde van een object wordt gemeten. Verder onderzoek naar de muzikale inhoud is nodig om de functie of het gebruik van dit handschrift of de inhoud in te schatten. Onderzoek naar vergelijkbare handschriften uit Hawaï en uit omstreken of uit andere missioneringsgebieden kan informatie toevoegen over het gebruik dit muziekhandschrift. Missiologisch en etnomusicologisch onderzoek is nodig om de relatie tussen de Hawaiiaanse taal en teksten en de verhouding met de Westerse muziek verder te duiden. Een aantal bachelor- of masterstudenten zou enige tijd zoet kunnen zijn.