Klankarchitecten: Hoe we jongeren laten kennismaken met de beiaard
Wie kent het niet: de vertrouwde klanken van de beiaard die over de stad klinken. Voor veel mensen is het (bewust of onbewust) dé soundtrack van hun stad. Toch weten jongeren vaak weinig over dit erfgoed. En dat terwijl de beiaardcultuur in 2011 werd opgenomen op de Vlaamse Inventaris voor Immaterieel Cultureel Erfgoed en in 2014 door UNESCO erkend als Voorbeeldpraktijk voor het borgen van immaterieel erfgoed. De beiaard geeft elke stad een eigen geluid en trekt inwoners en toeristen aan. Maar hoe maak je dit erfgoed interessant voor tieners?

De uitdaging om beiaarderfgoed interessant te maken voor tieners gingen verschillende organisaties (Beiaardschool Mechelen, Erfgoedcel TERF, Erfgoedcel Mechelen, Erfgoedcel Leuven, Stad Peer, FARO, Werkplaats immaterieel erfgoed en CEMPER) aan. Het resultaat? Klankarchitecten, een lespakket dat de beiaardcultuur tot leven brengt voor jongeren tussen 10 en 14 jaar.
De ambitie
De ambitie was helder: het pakket moest vertrekken vanuit de ervaring van jongeren zelf en hen op een toegankelijke manier laten kennismaken met dit rijke culturele erfgoed, ofwel: hen laten beleven wat beiaard betekent.
Aanpak
Voor de subsidieaanvraag voor bovenlokale cultuurprojecten werd de hulp ingeroepen van Oetang Learning Designers. Zij begeleidden na goedkeuring van de projectaanvraag het volledige ontwikkelingsproces: van bevraging en co-creatie tot ontwerp, testing en eindproductie. Ze faciliteerden de sessies met de stuur- en klankbordgroep, en zorgden voor structuur en tempo in de samenwerking tussen de vele partners.
Het project liep in zes fases:
1. Voorbereiding: Wat willen we precies maken? Hoe gaan we de doelstellingen uitwerken?
We startten met een bevraging van leerkrachten uit het lager en secundair onderwijs. Via een online vragenlijst verkenden we hun noden, interesses en verwachtingen. We wilden weten hoe zij graag met de beiaard aan de slag zouden gaan, en welke invalshoeken hen en hun leerlingen het meest zouden aanspreken. Denk aan vragen als:
- Via een educatief pakket over de beiaard kunnen we werken aan diverse competenties, zoals een onderzoekende houding, creativiteit, engagement, inzicht in geschiedenis. Wat spreekt het meest aan?
- Zou je met de klas een uitstap naar de beiaardtoren overwegen?
- Welke werkvormen spreken aan: een spel, rondleiding, atelier, hackathon, …?
Deze bevraging leverde waardevolle inzichten op die richting gaven aan de pedagogische en inhoudelijke keuzes.
2. Conceptontwikkeling en cocreatie
De inhoud werd ontwikkeld in cocreatieve workshops met alle betrokken partners. Na een bijeenkomst over noden en kansen ging Oetang aan de slag. Vervolgens werd in kleinere werkgroepjes (telkens 2 à 3 stuurgroepleden) afgestemd over de negen deelthema’s van het educatief concept. Oetang fungeerde als spil, met vaste formats voor overleg en heldere verwachtingen qua output. Deze aanpak maakte het mogelijk om snel te schakelen en tegelijk gedragen beslissingen te nemen. Online feedbackrondes met kleine groepjes zorgden voor efficiëntie, zonder de collectieve afstemming uit het oog te verliezen.
3. Testen in de klaspraktijk
Met eerste versies van het lespakket trok Oetang naar verschillende scholen voor try-outs. De resultaten waren bemoedigend: in alle klasgroepen én bij de leerkrachten bleek de betrokkenheid en motivatie bijzonder hoog. Ook de inspiratie-opdrachten bleken krachtig genoeg om op zichzelf te staan, los van een groter geheel. De modulaire opbouw van het pakket — leerkrachten kiezen zelf welke onderdelen ze gebruiken — werd positief onthaald omwille van de flexibiliteit, al bracht het ook keuzestress met zich mee. De modeltrajecten en ondersteunende materialen helpen om deze drempel te verlagen.
4. Bijschaven en optimaliseren
Op basis van de feedback uit de try-outs werden verschillende elementen aangescherpt. Zo bleek dat de narratieve opbouw van het pakket explicieter mocht: een duidelijke voice-over zullen nu de structuur en bedoeling van het pakket verduidelijken. Ook de handleidingen werden vereenvoudigd, al bleek dat veel leerkrachten die nauwelijks lezen. De focus verschoof daarom naar duidelijke, intuïtieve werkvormen en visuele begeleiding.
5. Finale productie
De vormelijke variatie werd behouden en verfijnd: leerlingen krijgen afwisseling in media, werkvormen en opdrachten. De presentatie van de materialen werd toegankelijk en aantrekkelijk uitgewerkt. Oetang stond in voor de eindredactie en zorgde dat het geheel gebruiksvriendelijk, aantrekkelijk en duurzaam werd.
6. Verspreiden
Het eindresultaat, te vinden op www.klankarchitecten.be is een interactieve website waar leerlingen en leerkrachten mee aan de slag kunnen. Het combineert verschillende vakgebieden:
- Geschiedenis: Hoe ontstond de beiaardcultuur?
- Techniek: Hoe werkt zo’n beiaard eigenlijk?
- Muziek: Welke melodieën klinken er?
- Sociale vaardigheden: Hoe sta je open voor nieuwe ervaringen?
Op dit moment wordt er gewerkt aan de verspreiding van het pakket zodat zoveel mogelijk leerkrachten, en leerlingen, er kennis mee kunnen maken.
Inzichten en geleerde lessen
Maak het praktisch voor leerkrachten: Het succes van het pakket lag in de aansluiting bij de leefwereld van jongeren. Door gebruik te maken van interactieve, korte en behapbare opdrachten waaruit leerkrachten kunnen kiezen, gecombineerd met een summiere verhaallijn, werd het erfgoed toegankelijk gemaakt. Voor leerkrachten was het essentieel dat het een kant-en-klaar pakket werd dat aansluit bij de leerdoelen zonder te veel voorbereidingstijd te vragen, zoals het uitgebreid lezen van handleidingen.
Test vroeg en vaak: Vroegtijdig testen met leerlingen bleek cruciaal voor het ontwikkelen van een beter product. Een belangrijke les was om het streven naar perfectie voordat je het product naar buiten brengt los te laten. Iteratief werken en vroeg feedback verzamelen leverde waardevolle inzichten op.
Samenwerken met veel partners is krachtig… en uitdagend: De verschillende perspectieven van erfgoed‑, onderwijs- en beiaardexpertise vormden zowel een meerwaarde als een uitdaging. De externe begeleiding door Oetang met vaste formats voor meetings en duidelijke verwachtingen over output was essentieel voor efficiënte samenwerking. Het vroeg ook flexibiliteit van alle deelnemers: “Als je met zoveel partners werkt moet je ook kunnen loslaten,” aldus een medewerker van een erfgoedcel bij de presentatie van het lespakket op Van alle domeinen thuis. Naast de externe begeleiding waren interne trekkers cruciaal om soms knopen door te hakken.
Tips voor vergelijkbare projecten
- Zorg voor goede afspraken — Eindeloze discussies kunnen een project erg vertragen.
- Betrek je doelgroep vroeg — Leerlingen weten het beste wat voor hen werkt.
- Huur externe hulp in — Een neutrale partij helpt bij het managen van veel partners.
- Wees flexibel met je budget — Creatieve projecten lopen zelden zoals gepland.
- Durf onvolmaakt te beginnen — Perfectie is de vijand van vooruitgang.
CEMPER adviseerde bij de totstandkoming van dit pakket. Wil je iets soortgelijks doen en ben je op zoek naar ondersteuning en advies? Neem dan contact met ons op.
Ook interessant

Gesprekavond ‘Volksdans in beweging’ | Verslag

Webinar: Hoe zorg je voor meer media-aandacht voor je volksdansaanbod?

Borgen voor morgen: circuserfgoed belicht | verslag
