Home Nieuws Schilderen van decordoeken in de kijker

Schilderen van decordoeken in de kijker

Sandra Fischer liep haar stage theatervormgeving’ bij Beyne & Zonen, een bekend atelier in Nederland waar onder andere geschilderde decordoeken werden vervaardigd. In dat atelier leerde ze het ambacht van meester op leerling. Fischer vertelde ons in een gesprek hoe decordoeken vroeger en nu geschilderd worden. Daarnaast gingen we snuisteren in het boek Droomlanders. Tovenaars van het geschilderde toneeldecor van Bruno Forment.

Decordoeken: een korte inleiding

Sinds de laatrenaissance (16e eeuw) gebruikten westerse theaters geschilderde decordoeken om de illusie te wekken dat men zich op een andere locatie bevond, bijvoorbeeld in een Griekse tempel of een tropisch bos. Grote achterdoeken werden gecombineerd met zetstukken (met doek bespannen kaders) of uitgesneden doeken om diepte te creëren op het podium.

In het begin toonde men slechts één decor per avond of bedrijf. Vanaf de 17e eeuw werden geschilderde decordoeken verrijkt met machinerie waardoor decors zelfs bij open doek gewisseld konden worden. In de 20e eeuw maakten de geschilderde doeken steeds vaker plaats voor andere vormen van scenografie. Maar ze raakten niet helemaal in de vergetelheid. Vandaag worden geschilderde doeken soms nog gebruikt bij onder andere theater- en dansvoorstellingen, in musea en bij modeshows.

Decorschilderen, een ambacht

Geschilderde decordoeken worden gemaakt in grote ateliers, die onderdeel zijn van een theater of zelfstandig werken. De schilders krijgen een ontwerp in de vorm van een schets of een maquette. Dat ontwerp zetten ze over op het doek door gebruik te maken van een raster waardoor ze de lijnen in de juiste schaal kunnen overtekenen.

Om het ontwerp over te tekenen en om te schilderen, wordt het doek opgespannen op de houten vloer of een houten kader. Dat wordt gedaan om te voorkomen dat de stof krimpt bij het opdrogen van de verf. Na het opspannen van het doek, start het schilderwerk. Sandra Fischer vergelijkt de basistechniek met nat in nat’ en nat op droog’ bij aquarelleren: je schildert in dunne lagen verf waarop je meteen de volgende laag schildert om overgangen te creëren of die je laat drogen voordat je er een volgende laag over schildert. Daarbij ga je steeds meer in detail werken. Door met dunne lagen verf te werken, zorg je dat het doek soepel blijft. Dat is belangrijk, want de doeken worden opgevouwen voor transport en stockage. Naast de nat-in-nat- en nat-op-droogtechniek kan je experimenteren met vele andere technieken, zoals spatten, water over het doek gooien of spuitpistolen gebruiken.

Tijdens het hele proces is er contact met de opdrachtgever en de ontwerper, zodat het decordoek aangepast kan worden naar hun wensen. Voordat het doek wordt losgemaakt, moet de opdrachtgever zijn goedkeuring geven. Want eens het doek losgemaakt is, worden er geen aanpassingen meer gedaan om valse kreuken, of vervormingen te voorkomen.

Op immaterieelerfgoed​.be lees je in meer detail hoe decordoeken vervaardigd worden.

Van W.Beyne & Zonen in Nederland tot ShowTex in België

Het verhaal van W.Beyne & Zonen begint in 1896 wanneer Willem Beyne – gestimuleerd door een vriend die voor de Amsterdamse Parkschouwburg werkte – linnen en schildergerei aanschafte om de decors te vervaardigen voor De man met de wassen beelden, een volksstuk van Xavier de Montépin en Jules Dornay. Tijdens het schilderen kreeg Beyne zodanig de smaak te pakken dat hij met zijn broer een decorbedrijfje stichtte in de Amsterdamse buurt de Pijp’. Vanuit hun tweede stek in de Huidekoperstraat, bij het Frederiksplein, leverden en verhuurden de broers decors, toneelmeubilair en rekwisieten aan steeds meer schouwburgen en gezelschappen. Het bedrijf van de Beynes kende echter ook heel wat tegenslagen: een brand in januari 1924 en in maart 1930, en vele (gedwongen) verhuizingen.

Sandra Fischer studeerde theatervormgeving aan de Academie voor Beeldende Vormgeving in Tilburg. Vanuit haar interesse voor decorbouw, deed ze in 1989 haar stage bij W.Beyne & Zonen. Daar leerde ze het ambacht van decordoekschilderen van Benno De Vries, een gekende decorschilder die regelmatig in het atelier langskwam. Na haar stage bleef Fischer werken bij W. Beyne & Zonen waar ze zich het ambacht verder eigen maakte.

In 2001 besloten René Beyne – kleinzoon van Willem – en zijn zoon Charles om hun familiebedrijf over te laten. Het Belgische Pandora Theatertechniek bleek de juiste partij. Het geesteskind van Wim Lemmens en Koen Van Kerkhoven, zoon van Ballet van Vlaanderen-pionier Jeanne Brabants, vervelde in die periode van een tweemanszaak tot een internationale groep, ShowTex. Vandaag produceert ShowTex wereldwijd brandvertragend textiel en gemotoriseerde mechanismen voor de meest diverse spektakels, musea, beurzen en pretparken. De scenische erfenis van Beyne & Zonen bevindt zich in Zwijndrecht-Burcht, in de hoofdzetel van ShowTex: liefst 262 achterdoeken, netjes opgevouwen in stoffen zakken en wachtend op nieuwe huurders.

In Droomlanders kom je meer te weten over de familie Beyne en hun decoratelier.

Van meester op leerling

In Vlaanderen bestaat er in het formeel onderwijs geen specifieke opleiding voor het schilderen van decordoeken. Je kan wel een goede achtergrond opbouwen door een opleiding binnen de (schilder)kunsten te volgen.

Het ambacht wordt doorgegeven van meester op leerling. Daarbij gaat een leerling aan de slag bij een vakmens die hem alle kneepjes van het vak leert. Deze praktijkgerichte leermethode is heel geschikt voor het overleveren van kennis die in de hoofden en handen zit van vakmensen.

Ook interessant

04 sep. 2024

Een actieplan voor danserfgoed in Vlaanderen – Werksessie Netwerk Danserfgoed

Ben jij begaan met het doorgeven van dans en danskennis? Werk mee aan een actieplan voor danserfgoed in Vlaanderen tijdens onze werksessies op 19 okt…
Lees meer
02 sep. 2024

Topstuk voorgesteld: Schets van Beethovens eerste pianosonate

In mei 2024 kocht de Vlaamse Gemeenschap compositieschetsen van de eerste pianosonate van Ludwig van Beethoven aan. Wij gingen in gesprek met Beethov…
Lees meer
28 aug. 2024

‘Beleving’ belicht Limburgs immaterieel erfgoed

Het Limburgs Volkskundig Genootschap, hun partners en vrijwilligers brachten 101 levende gebruiken en tradities uit Limburg in kaart en beeld. Daarbi…
Lees meer
13 aug. 2024

'Dance – ICH' op het 33e symposium van Ethnochoreologie (ICTMD)

Van 22 juli tot en met 28 juli nam Debora deel aan het 33e symposium van de studiegroep over Ethnochoreologie binnen ICTMD.
Lees meer