Topstuk in de kijker: Twee Dominicaanse gradualia
Twee gradualia uit 1515 en 1520 vormen samen de enige overgebleven getuigenis van de productie van de dominicaan Nicolaas van Rosendael (?-1537). De manuscripten zijn zeldzame en rijke voorbeelden van het muzikale, liturgische en iconografische repertoire van de vroege zestiende eeuw. De gradualia worden bewaard bij de Universiteitsbibliotheek van Gent en werden in 2007 erkend als Vlaamse topstukken.
Graduale uit 1515
Volgens het colofon werd het eerste graduale geschreven en afgewerkt in ‘s- Hertogensbosch door de dominicaan Nicolaas van Rosendael voor het dominicanerklooster in Antwerpen. Het is niet duidelijk of het gaat over een Antwerpse bestelling of over een geschenk van het klooster in ’s‑Hertogensbosch. Met de bouw van de nieuwe kloosterkerk in Antwerpen (Sint-Paulus) werd in 1517 begonnen en is het een redelijke hypothese dat het manuscript hiermee in verband staat. De afwezigheid van wapenschilden en ‑spreuken lijkt een privé-opdracht door een geestelijke of een leek uit te sluiten.
Het graduale bevat in hoofdzaak de veranderlijke misgezangen voor het hele jaar. Het feit dat het is gesigneerd (Nicolaas van Rosendael), gelokaliseerd (gemaakt in ’s‑Hertogensbosch voor Antwerpen) en gedateerd (1515), maakt het tot een bijzonder getuigenis van de verspreiding van de zogenaamde Gents-Brugse stijl in Brabant.
Graduale uit 1520
Het tweede graduale werd grotendeels door dezelfde auteur geschreven en door dezelfde hand geïllustreerd. Drie belangrijke tekstgedeelten zijn verlucht met gehistoriseerde initialen en marges in de Gent-Brugse stijl.
Hoewel een colofon ontbreekt, werd ook dit manuscript zonder twijfel door Nicolaas van Rosendael geschreven. Toch is er een duidelijk onderscheid met het vorige graduale. Zes bladen werden immers voorzien van marges gevuld met akanten, gestileerde bloemen en dieren op een gele of groene achtergrond. De initialen op deze bladzijden zijn rood en blauw gekleurd. Het is op een van deze folio’s dat het graduale werd gedateerd (1520). Een identiek decoratiepatroon vinden we terug in een Antiphonarium romanum (Den Haag, Koninklijke Bibliotheek), dat waarschijnlijk in ’s‑Hertogensbosch werd vervaardigd voor eigen gebruik in het fraterhuis. Het is echter niet mogelijk daaruit een sluitende conclusie te trekken. Met andere woorden, het is niet uit te maken of het graduale gedeeltelijk door de fraters werd versierd of dat het Antiphonarium Romanum door de dominicanen van ’s‑Hertogensbosch werd verlucht.
Wie was Nicolaas van Rosendael?
Kopiist en verluchter Nicolaas van Rosendael behoorde tot de dominicanen of Orde der Predikheren, een Rooms-katholieke bedelorde. Hij legde zijn kloostergeloften af in’s‑Hertogenbosch in 1484 en overleed er in 1537. Het is mogelijk, maar niet te bewijzen dat Rosendael een opleiding als miniaturist kreeg in een Brabants atelier (Antwerpen, Mechelen of Brussel). In de kroniek van Jacobus Brouwer (ca. 1770) wordt Nicolaas omschreven als scriptor insignis, qui charactere nitidissimo plurimos libros chorales hujus conventus … exarivit (een bekende scriptor, die met zijn voortreffelijke schrift een groot aantal koorboeken van dit klooster versierde). “Hij muntte uit door zijn schoonschrift en vooral door zijne smaakvolle, keurig fijne miniaturen, waarmede hij zeer vele koorboeken opluisterde” (Meijer, 1897).
Bronnen en literatuur
- Blok P.J., & Molhuysen, P.C. (red.). (1912). Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2.
- Koldeweij, J. (1990). In Buscoducis. Kunst uit de Bourgondische tijd te ’s‑Hertogenbosch. De cultuur van late middeleeuwen en renaissance (pp. 134 – 137).
- Meijer, G.A. (1897). De predikheeren te ‘s‑Hertogenbosch 1296 – 1770 (p. 24).
- Topstukkendatabank. (z.d.). Twee Dominicaanse gradualia.
- Universiteitsbibliotheek Gent. (z.d.a). Graduale.
- Universiteitsbibliotheek Gent. (z.d.b). Graduale.