Home Nieuws Topstuk voorgesteld: Twee gradualia voor de Magda…

Topstuk voorgesteld: Twee gradualia voor de Magdalena-Leprozerie in Brugge

In 2007 werden twee Brugse gradualen, handschriften met gregoriaanse misgezangen, erkend als topstuk. Wat maakt deze handschriften uit het begin van de 16de eeuw zo bijzonder dat ze deze status verdienen?

Beide gradualia werden kort na elkaar, in 1504 en 1506, vervaardigd. Het is vrij uitzonderlijk dat we de naam van de kopiist kennen: broeder Pancratius de Lyra. Pancratius behoorde tot de Gentse Hiëronymieten, die sinds de 15de eeuw in Gent een Latijnse school voor kinderen en een scriptorium uitbouwden. De datering van deze handschriften valt samen met de activiteiten van de Hiërynomieten, waardoor de handschriften een ijkwaarde krijgen: hun datering vormt een referentiepunt.

Maar de gradualia waren niet voor Gents gebruik bedoeld. De opdrachtgever was het Brugse gasthuis van Maria Magdalena, ook wel de leprozerie genoemd. Muziek in hospitalen in de Middeleeuwen was niet ongebruikelijk: in de kapel die in 1429 – 1430 gebouwd en gewijd werd, werd de liturgie uitgebreid gecelebreerd. Rond 1500 bestond de collectie liturgische handschriften van de leprozerie uit niet minder dan 31 stuks. De gradualia zijn daarin belangrijk omwille van de liturgische muziek.

Belangrijk voor de studie van het gregoriaans is de aanwezigheid van lokaal repertoire. Deze gradualia staan bol van sequensen en bevatten enkele uitzonderlijke werken. Opvallend is verder dat de liturgische boeken niet zijn opgebouwd rond de lokale Brugse ritus maar de ritus van Doornik volgen.

Ook picturaal hebben de beide handschriften iets te bieden. Ze bevatten respectievelijk 14 en 11 gehistoriseerde initialen en randversieringen in de zogenaamde Gent-Brugse stijl. Nader onderzoek identificeerde een mogelijke kunstenaar, de Brugse non Cornelia van Wulfschkerke uit het klooster van de Karmelietessen van Sion. Na de schriftproductie in Gent werden de boeken dus wellicht naar de Brugse Karmelietessen gebracht voor het aanbrengen van de versieringen.

De handschriften zijn eigendom van het OCMW van Brugge en worden er bewaard onder de inventarisnummers Inv. O. SJ 210.1 en Inv. O.SJ 211.1. Beiden zijn op perkament beschreven codices van groot formaat (548370 mm en 554385 mm) en met een volume van net geen 300 folia. Ze worden beschermd door een band van wit varkensleer op houten borden, verstevigd met zwaar koperen beslag.

Fragment uit een graduale | Stads- & OCMW-archief Brugge

Ook interessant

26 nov. 2024

Met hout en hart: Danny Van den Herrewegen over draailierbouw

Danny Van den Herrewegen vertelt over zijn afgelegde parcours, zijn passie voor houtbewerking en zijn kijk op het bouwen van muziekinstrumenten.
Lees meer
16 sep. 2024

Noord-Indische klassieke muziek: een traditie van meester op leerling doorgegeven

Haroun Iqbal, jazzgitarist en componist, verdiepte zich samen met Asad Qizilbash in de wereld van Noord-Indische klassieke muziek dankzij een meester…
Lees meer
28 aug. 2024

‘Beleving’ belicht Limburgs immaterieel erfgoed

Het Limburgs Volkskundig Genootschap, hun partners en vrijwilligers brachten 101 levende gebruiken en tradities uit Limburg in kaart en beeld. Daarbi…
Lees meer
14 aug. 2024

De nachtelijke gezangen van Beatrijs: 13de-eeuws antifonarium ontsloten

Organist Iris Eysermans vertelt in een interview over de ontsluiting van een 13de-eeuws antifonarium uit de voormalige cisterciënzerinnenabdij van Na…
Lees meer