‘Collaborative Ethnomusicology’ op congres British Forum for Ethnomusicology (april 2019)
Van 11 tot 14 april 2019 organiseerde het British Forum for Ethnomusicology (BFE) hun jaarlijkse congres. Ditmaal vond het plaats het Schotse Aberdeen. Het thema ‘collaborative ethnomusicology’ is er eentje dat veel mensen in het veld nauw aan het hart ligt. Binnen de etnomusicologie wordt er steeds meer aandacht besteed aan de manier waarop onderzoekers samenwerken met de musici en culturele groepen die ze bestuderen. Wat kunnen onderzoekers (terug)doen voor deze gemeenschappen? Hoe kunnen ze hun onderzoeksresultaten op een toegankelijke manier presenteren? Wat als je onderzoeksresultaten de waardenbeleving van de gemeenschap tegenspreken? Deze vragen, en nog veel meer, werden uitvoerig besproken tijdens dit vierdaagse congres.
CEMPER en samenwerkingen
Het thema sloot nauw aan bij de werking van CEMPER rond immaterieel cultureel erfgoed (ICE). Stafmedewerker Anaïs Verhulst voerde namelijk etnografisch onderzoek uit met de jachthoorngemeenschap (een groep van jachthoornblazers en ‑liefhebbers) in Vlaanderen. Zo kon ze hen optimaal begeleiden tijdens hun aanvraag voor de Inventaris Vlaanderen van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. Anaïs stelde het traject voor op het BFE-congres in de presentatie Ethnographic methods and safeguarding intangible musical heritage: the case of hunting horn music in Flanders.
Inspirerende voorbeelden
Op het congres kwamen veel inspirerende voorbeelden aan bod van participatieve projecten met muzikale gemeenschappen. Er werden sessies bijgewoond over ‘levende archieven’ in Zuid-Afrika, ethiek in veldwerk, de dynamiek van samenwerkingen, muziekeducatie, etnografische films, belangenbehartiging in de etnomusicologie, archieven en databeheer, en etnomusicologische methodes in cross-disciplinaire contexten.
Een uitgebreid verslag van de bijgewoonde sessies vind je op de projectendatabank van FARO. Hier lichten we graag nog even de meest inspirerende voorbeelden toe.
Lee Watkins, Elijah Mabida en Boudina McConnachie zijn verbonden aan de International Library of African Music (ILAM) aan de Rhodes-universiteit in Zuid-Afrika. Ze werken er aan verschillende participatieve projecten waarmee ze de collectie willen loskoppelen van haar koloniaal verleden, relevant willen maken in het hedendaagse Zuid-Afrika, de verzamelde muziek te laten (herop)leven, en Afrikaanse muziek te integreren in het universiteitscurriculum.
De etnografische films over Mozambique (Karen Boswell) en de Cocoseilanden (David R. M. Irving en Jenny McCallum) waren inspirerend op twee vlakken. Enerzijds tonen ze aan hoe je met een beperkt budget mensen kunt helpen om hun muziek en podiumkunsten te documenteren. Een handcamera, instructies om die te gebruiken en een vergoeding van verplaatskosten. Meer hadden Mozambiquaanse vrouwen niet nodig om via muziek en dans enkele prangende, actuele thema’s in beeld te brengen. Anderzijds bieden ze inspiratie over hoe je een documentaire film over een muzikale gemeenschap inhoudelijk kan uitwerken.
Morgen Davies stelde het erfgoedproject Changing Corby van Deep Roots Tall Trees voor. Het project beoogt de dans en muziek van vier verschillende bevolkingsgroepen in het Engelse Corby in kaart te brengen. Dit gebeurt door en voor onderzoek te stimuleren, het te documenteren en mensen samen te brengen. Het traject is op twee vlakken inspirerend. In het algemeen toont het aan wat dergelijke erfgoedtrajecten kunnen teweegbrengen op vlak van sensibilisatie en om muzikale gemeenschappen samen te brengen. Daarnaast is de sprekers rol als adviseur inspirerend om een methode uit te werken om mensen zelf aan de slag te laten gaan met onderzoek naar hun erfgoed.
Ook het educatieproject All our Tunes uit Stirling geeft voorbeelden van activiteiten om erfgoedgemeenschappen samen te brengen en te sensibiliseren om aan de slag te gaan met hun muzikaal erfgoed. Om de lokale muziekcultuur te promoten organiseerden ze verschillende evenementen waarop mensen zich konden inschrijven; onder andere documenteren van muziek en locaties, archiefonderzoek, onderzoek over lokale muziek, gesprekken over muzikale herinneringen, opnamemogelijkheden, ontwikkelen van een digitaal archief en nieuwe muziek maken. Dit resulteerde vervolgens in nieuwe muziekpublicaties, tentoonstellingen, muzieksessies en een toename van optredens.
Het Ghana Music Documentation Project (Florian Carl) is een grootschalig podiumkunstenproject. Het project is nog ‘under construction’ maar hoopt een kaart te worden die als databank dient om alle actoren en activiteiten rond muziek en podiumkunsten in kaart te brengen. Artiesten kunnen zich hier zelf op aanmelden. De spreker hoopt hier in de toekomst een audiovisueel archief aan te koppelen.
Conclusie
Deze praktijkvoorbeelden houdt CEMPER alvast in het oog. Ze kunnen inspirerend zijn voor het begeleiden van ‘erfgoedgemeenschappen’ bij het borgen, documenteren of in kaart brengen van muziek- en podiumerfgoed. Daarnaast werden er doorheen het congres verschillende thema’s aangehaald die relevant zijn voor een immaterieel-erfgoedwerking; de impact van samenwerkingen op een gemeenschap, emic versus etic perspectieven, reële en conceptuele conflictsituaties, activisme en belangenbehartiging, en de keuzes van documentatieprocessen. Kortom, het BFE-congres bood inspiratie en stimulerende discussies waar CEMPER de komende jaren mee aan de slag zal gaan.