'Dance – ICH' op het 33e symposium van Ethnochoreologie (ICTMD)
Van 22 juli tot en met 28 juli nam Debora deel aan het 33e symposium van de studiegroep over Ethnochoreologie binnen ICTMD.
De International Council for Traditions of Music and Dance (ICTMD) is een wetenschappelijke internationale organisatie die zich inzet voor de studie, praktijk, documentatie, conservering en verspreiding van muziek en dans in alle landen. De studiegroep organiseert tweejaarlijkse internationale symposia. In 2024 vond dit symposium plaats in Izmir (Turkije), met als thema’s (1) ‘het gebruik van film als empirisch materiaal of als methode in dansonderzoek’ en (2) ‘de interacties en interrelaties tussen dans en muziek, dansers en muzikanten’.
Het programma bestond uit een groot aantal lezingen en presentaties, enkele panels en rondetafelgesprekken. Daarnaast was er veel gelegenheid voor netwerken tijdens informele activiteiten zoals bezoeken aan musea, dansworkshops en optredens. Debora woonde ook de algemene vergadering bij.
Dance as ICH
De aanleiding voor Debora’s deelname aan deze conferentie was het Creative Europeproject Dance as ICH: new models of facilitating participatory dance events, waar CEMPER partner in is. Samen met andere projectpartners werd een abstract ingediend voor een panel met vier presentaties, met de focus op het tweede thema: de interactie en relatie tussen dans en muziek binnen het afgelopen Dance as ICH-traject. Dit voorstel werd goedgekeurd en de presentatie vond plaats op 24 juli.
Folk-, volks- en werelddans in Vlaanderen
Het voorbereiden van deze presentatie was een opportuniteit om uitgebreid te reflecteren over het afgelopen traject en de geleerde lessen. Debora sprak over het onderzoek dat CEMPER deed naar folk‑, volks- en werelddans en de rol van erfgoedinstellingen zoals CEMPER bij het ondersteunen van deze sociale danspraktijken. Voor het doelpubliek van dit congres werd ook ingezoomd op de relatie tussen muziek en dans: Hoe beïnvloedt live- of opgenomen muziek bijvoorbeeld sociale dansevents zoals folkbals of volksdanstradities? Hoe ziet de relatie tussen folk-/volksmuziek en folk-/volksdans eruit en kan het ene zonder het andere? En hoe moeten we hiermee omgaan in het doorgeven van deze praktijken in de toekomst?
Er waren presentaties over de rol van muzikanten bij dansevenementen, waarbij ze fungeren als ‘dance players’, iemand die vaak ook inzicht heeft in het dansen zelf en niet louter de muziek uitvoert. Dit bleek ook uit de antwoorden op de enquête en latere besprekingen tijdens ons onderzoek. De muzikanten onder de respondenten gaven aan dat muziek ten dans spelen, dus ten dienste van de dansers, heel belangrijk is op dansevenementen zoals bals. Daarnaast werd door aanwezige leden op het congres ook onderzocht in welke situaties de voorkeur wordt gegeven aan audio-opnames om op te dansen. In vele cases bleek dat deze opnames vooral verkozen worden bij ‘fixed performances’ of optredens die bestaan uit vaste choreografieën en sets. Ook dit zagen we terug in ons onderzoek. Anderen stonden dan weer stil bij (het gebrek aan) terminologie in de eigen taal voor traditionele folkdans en –muziek, iets wat CEMPER zelf ook ondervond bij het uitzenden van de enquête.
Er waren enkele kritische vragen aan de panelleden over het immaterieelerfgoedparadigma en de inmenging van (culturele) instellingen bij dergelijke sociale danspraktijken. Dit werd gecounterd door het feit dat het faciliteren van borging vaak draait om bewustwording over wat goed werkt bij het doorgeven van de dansen en wat minder vlot verloopt, en hoe de gemeenschap hier zelf mee verder kan. Er wordt veel aandacht besteed aan het creëren van een netwerk om de gemeenschap zelf te versterken. CEMPER hoopt dansers te kunnen voeden met bijvoorbeeld de informatie uit het rapport om hen zo zelf aan de slag te laten gaan met borgingsacties.
In navolging van bovenvermeld onderzoek gaan we met een werkgroep verder aan de slag om acties te bedenken die bijdragen aan een duurzame toekomst van folk- volks- en werelddans in Vlaanderen. Wil jij deel uitmaken van deze werkgroep? Je kan je hiervoor aanmelden via contact@cemper.be.
Traditionele muziek en dans en immaterieel erfgoed
Deze bijeenkomst was niet enkel een kans om zelf een presentatie te geven, het bijwonen van de andere presentaties gaf Debora ook de opportuniteit om bij te leren van onderzoekers, ethnochoreologen en de toepassing van hun methodieken in het werken met muziek en dans. Zo werd gesproken over de toepassing van ‘thick description’ van antropoloog Clifford Geertz, waarbij de aandacht niet enkel gaat naar het menselijk gedrag, maar vooral ook naar de context dat dit gedrag beïnvloedt. Deze methodologie benadrukt nogmaals het belang over de invloed van de omgeving op tradities. Zo sprak Solomon Gwerevende over het borgen van inheems levend erfgoed uit Zimbabwe, waarbij muziek en dans niet kunnen bestaan zonder het lokale dialect waarin gezongen wordt. Zo organiseren zij jaarlijks een cultureel festival om de revitalisering van hun lokale dialect aan te wakkeren, en zo de bijbehorende muziek en danstradities terug nieuw leven in te blazen. Zo sprak Kendra Stepputat over de passieve ‘embodied knowledge’ die bij veel dansers en muzikanten aanwezig is, ook al zijn ze niet meteen actieve beoefenaars op dat moment. Veel dansers en muzikanten die opgroeien binnen een bepaalde traditie blijven de basis daarvan meedragen in hun verdere leven, waarna het ook terug gerevitaliseerd kan worden. Hoe dan ook, bij het bestuderen van muziek en/of dans moet steeds een holistische benadering gehanteerd worden om ook zicht te krijgen op de factoren die deze praktijken (on)rechtstreeks beïnvloeden in hun voortbestaan.
Er werd veel uitgewisseld over hoe traditionele dans en muziek in andere landen leeft en hoe die praktijken evolueren doorheen de tijd. Ondanks dat deze onderzoekers het vaak niet zo benoemden, zijn dat allemaal voorbeelden van immaterieelerfgoedprakijken. Etnografisch onderzoek geeft vaak inzicht in de duurzaamheid van deze praktijken en hoe ze geëvolueerd zijn doorheen de tijd, ook al starten ze vanuit een ander paradigma dan dat van erfgoed.
Dit congres bevestigde nogmaals, net zoals bij de buitenlandse bezoeken in het kader van Dance as ICH, dat andere contexten zorgen voor een andere invulling van het concept immaterieel erfgoed en het bijbehorende beleid. Immaterieel erfgoed is een culturele constructie. In die zin is de rol van CEMPER als dienstverlenende organisatie ongekend in het buitenland, en vereist het toelichten van onze werking steeds de nodige aandacht.
Conclusie
De deelname aan het 33e symposium voor Ethnochoreologie van ICTMD in Izmir was een leerrijke ervaring. Het bood een platform voor discussies over de relatie tussen dans en muziek, en de duurzaamheid van sociale danspraktijken. Door presentaties, panels en netwerkmomenten werd duidelijk hoe divers de benaderingen van deze immaterieel erfgoed praktijken wereldwijd zijn. Het symposium benadrukte het belang van samenwerking en kennisuitwisseling om de toekomst van traditionele muziek en dans te waarborgen.
Voor CEMPER was het symposium een kans om het Dance as ICH-project te presenteren en internationale feedback te ontvangen. Deze inzichten zullen helpen bij het ontwikkelen van strategieën om sociale dans in Vlaanderen te ondersteunen.