Topstuk voorgesteld: Het Spel van de V Vroede ende van de V Dwaeze Maegden
Het Spel van de V Vroede ende van de V Dwaeze Maegden is een voorbeeld van een middeleeuws moraliteit- of zinnespel: een geestelijk toneelstuk dat op allegorische wijze een religieuze of moralistische les uitbeeldt. In dit toneelstuk wordt de parabel van de vijf wijze en de vijf dwaze maagden (Mattheus 25: 1 – 13) bewerkt. De moraal is: ‘beoefen tijdig de deugd, want wij weten dag noch uur waarop de Heer zal komen om ons te oordelen’.
Het toneelstuk komt voor in verschillende taalgebieden. In het Frans kent men een gelijkaardig stuk genaamd Le Sponsus of le Mystère des Vierges sages et des Vierges folles, in het Duits spreekt men van het Zehnjungfrauenspiel. Als dusdanig heeft het stuk een belangrijke plaats in de middeleeuwse literatuurgeschiedenis.
Vlaams topstuk
Het handschrift dat in 2014 erkend werd als Vlaams topstuk is een van de oudste overgeleverde Bijbelse spelen. Het handschrift vertelt ons ook iets over de manier waarop het stuk werd opgevoerd waardoor het volstrekt uniek is en van grote waarde voor ons collectieve geheugen. Het heeft een schakelfunctie en ijkwaarde in de (theater)geschiedenis aangezien het de overgang tussen een aantal theatrale tradities markeert en zelfs incorporeert. Het is waarschijnlijk geschreven aan het einde van de 15de eeuw of het begin van de 16de eeuw door een Oudenaardse rederijker. Vermoedelijk was dit spel tegelijk een kloosterstuk, wat de nauwe band zou aantonen tussen stadsliteratuur en kloosterliteratuur (in de stad) in de late middeleeuwen.
De omslag is een eenzijdig beschreven perkamenten oorkonde van een schepen uit 1487. De tekst (804 verzen) bleef bewaard in een handschrift dat toebehoorde aan het klooster der Zwarte Zusters te Pamele (bij Oudenaarde). Het handschrift omvat twee katernen van telkens acht folio’s en een katern van twee folio’s. Het werd door Lodewijk Van Lerberghe (1789−1861) aangekocht nog voor hij in stedelijke dienst kwam. Naderhand is het handschrift in het stadsarchief van Oudenaarde terecht gekomen (via schenking?). Dit blijkt uit een nota van archivaris Van Lerberghe (SAO, Archief van het archief, 32). Bij het overlijden van Van Lerberghe in 1861 ging het handschrift verloren. Het handschrift werd in 2007 teruggevonden door archivaris Pieter-Jan Lachaert in het Oudenaardse stadsarchief.
Verloop van het toneelstuk
Na twee pausen (rust waarin instrumentale muziek klinkt) met daartussen een korte proloog, komen de vijf vroede maagden op: Vreese, Hope, Caritate, Gheloove en Ootmoedicheit. Ze zeggen hun liefde tot God en gaan dan ievers in contemplatie. De vijf dwazen komen nu op: Tijtverlies, Roeckeloose, Hoverdie, IJdel Glorie en Zotte Collacie. Ze houden zich bezig met hun opschik, met wafels eten en liedjes zingen. Pause.
Daarna volgt de wacht op de Bruidegom. Vreese nodigt haar zusters uit de lampen te bezorgen. De dwaze maagden hebben lampen met cleene lichte; ze jammeren dat hun materiaal niet deugt en ze gaan slapen. Na een korte pause weerklinkt een varlijc gheluit: een stem kondigt de komst aan van de Bruidegom. De vroeden knielen voor het hemelrijk en versieren hun lampen met nog grotere lichten. Ontzet zien de dwazen dat hun lampen gedoofd zijn. Ze wenden zich tot de vroeden, maar zij kunnen noch mogen hun olie delen, en verwijzen hen naar de verkopers.
De hemel wordt opengeschoven; men ziet de Bruidegom en de Bruid in de glorie en men zingt Sanctus. De vroeden groeten de Bruidegom, die ieder afzonderlijk verwelkomt en ten hemel voert. Het Benedictus wordt gezongen; engelen zwaaien wierookvaten; de vroeden zingen Suscipe nos Domine, en worden ieder gekroond. Het Te Deum wordt aangeheven; men speelt pause; de hemel wordt toegeschoven en de hel gaat open. Lucifer zendt Scerp Onderzouc en de zijnen om te vangen wie achterbleef. De hel gaat weer toe.
De dwazen komen op en vinden de hemel gesloten. Tevergeefs kloppen ze aan; van daarbinnen antwoordt de Bruidegom: “ken kenne hu niet!”. Nu jammert ieder om de beurt over haar verloren leven. Ze worden door de duivels Scerp Onderzouc, Quaden Haet en Pelsabuic naar de hel gesleurd. Pause.
In de conclusie worden de toehoorders vermaand hieraan voorbeeld te nemen. Na nog een pause, gaan ze met vreugde uit; en het stuk wordt besloten met een prachtige stoet: “Onsen Heere voren metten inghelen; ende Maria daer naer metten maeghden, ende men draeght haren mantel.”
Muziek
In Het Spel van de V Vroede ende van de V Dwaeze Maegden wordt niet alleen gesproken, het bevat ook muziek. Zo wordt Sanctus gezongen wanneer de hemel opengaat, Benedictus wanneer de vroede maagden ten hemel gaan en Suscipe nos Domine net voordat de vroeden gekroond zullen worden. Daarnaast wordt regelmatig pause vermeld. Tijdens deze rust zou instrumentale muziek geklonken hebben.
Opstelling op het toneel
Van links naar rechts had men op het toneel eerst de hemel, dan de huisjes der vroede maagden. In het midden was de grote uitgang, waarop de huisjes van de dwaze maagden volgden. De hel nam de uiterste rechterkant van het toneel in. Alles was afgesloten met gordijnen, behalve waarschijnlijk de hel. Wanneer de hemel, de hel of een huisje geopend was, had men daarin genoeg inkijk zodat daar gespeeld kon worden. De hemel was gelijkvloers, zodat er geen machinerieën nodig waren.
De rekwisieten bestonden uit: tien lampen; een vuurpot, een beslagkom, een wafelijzer, tafel, stoelen en wat verder voor een gastmaal nodig is; twee tronen en een bankje in de hemel; en twee wierookvaten.
Aan het slot verlaten de spelers, met uitzondering van zij die in de hel zijn, door de grote ingang het toneel.
Bronnen en literatuur
- Bosch, J. (2012, 10 augustus). Spel van de V vroede ende van de V dwaze Maegden ed. 1979. Jheronimus Bosch Art Center.
- Leendertz, P.(jr.). (1907). Middelnederlandsche dramatische poëzie. A.W. Sijthoff’s Uitgeversmaatschappij.
- Ramakers, B., Van Dijk, H., et al (2001). Spel en spektakel. Prometheus.
- SAO, Oud Archief, nr. 1006: Rederijkers, nr.47: Het Spel van de V vroede ende van de V dwaeze maegden.
- Van Mierlo, J. (1940). Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 2. Teulings’ Uitgevers-maatschappij L.C.G. Malmberg / Standaard Boekhandel.