U, nu! Aan de slag met het vrijetijdstoneel in Mechelen
Tussen 4 mei en 25 augustus 2024 werden in Mechelen drie expo’s en een voorstellingenreeks gepresenteerd onder de titel U, nu! Mechels theater vroeger, vandaag en morgen. Als projectpartner engageerde CEMPER zich om de aanpak te documenteren. We vroegen daarom na afloop aan Marijke Wienen en Marieken Goovaerts van Erfgoedcel Mechelen wat aan deze presentaties voorafging, hoe ze het project hebben aangepakt en wat ze eruit hebben geleerd.

Van een individuele adviesvraag over archief en objecten ...
Het begon allemaal bij een klassieke vraag van één toneelvereniging, aldus Marijke. De spelers van Theater De Moedertaal wilden hun 150-jarig jubileum vieren. Ze hadden oude vaandels, dat wisten we al, maar ze vonden bij nieuw zoekwerk nog handgeschreven scripts van voor de Eerste Wereldoorlog. De vereniging klopte aan bij Erfgoedcel Mechelen (EGCM) met de vraag: “Hoe kunnen we al dat erfgoed bewaren? En er iets mee doen?”
Het ondersteunen van verenigingen die documenten, objecten of tradities schoorvoetend als ‘hun erfgoed’ beginnen te (h)erkennen, hoort tot de kernopdracht van EGCM. De erfgoedcel wil helpen bij het levend houden of ‘borgen’ van tradities en bij het aanscherpen van een bewustzijn over erfgoed dat niet in een museum of archiefinstelling wordt bewaard: het zogenaamde ‘zwerfgoed’.
EGCM ging daarom, zoals steeds, met de vraagstellers aan tafel zitten om hun concept te verfijnen. Wat wil je precies doen? Wie wil je ermee bereiken? Wat wil je daarmee zeggen? Dit vormde de basis voor de zoektocht naar geschikte partners om te helpen. Het stadsarchief en Het Firmament (nu CEMPER) gaven ook advies over de zorg voor het archief en de objecten van De Moedertaal.
... naar een project over roerend én immaterieel erfgoed van alle toneelverenigingen
In sommige gevallen kan de erfgoedcel ook zelf een project opzetten om enkele aspecten te realiseren. Theater De Moedertaal, een ‘erkende rederijkerskamer’, legde al snel zelf het verband met de onderbroken (eigenlijk: verdwenen) traditie van het rederijkerstoneel die wel wat meer aandacht verdiende. Vroeg die beleefde relatie tussen de historische rederijkerspraktijk en de huidige activiteiten, kortom het ‘immaterieel erfgoed’, niet om een speciaal theaterproject? Zo kwamen heel andere partners in beeld. Het professionele Mechelse gezelschap theater arsenaal kwam mee aan boord en trok later Ruud Gielens als regisseur aan om samen met de spelers van De Moedertaal een toneelproductie te maken op basis van het historische repertoire van de vereniging.
Tegelijk vroegen het mooie archiefmateriaal en de objecten van De Moedertaal – hun roerend erfgoed – ook om een tentoonstelling. De erfgoedcel ondersteunt jaarlijks één gemeenschap meer in de diepte bij het maken van een publiekspresentatie, maar zag dat een voorbeeldtraject hier ook heel wat meer beleidsdoelstellingen kon afvinken. Een boeiend thema en een grote openheid van de vraagstellers om te innoveren en samen te werken deed de rest.
Zo werd dit ondersteuningstraject groter dan gemiddeld. Bibliotheek Het Predikheren, die sterk inzet op poëzie, was ook gecharmeerd door het rederijkersverhaal. Het concept voelde zo goed aan dat samen met theater arsenaal al snel beslist werd om dit te verruimen naar een open oproep voor alle toneelverenigingen van de stad. “En dan begon de sneeuwbal te rollen…”
Het project kreeg de naam U, nu!, wat een palindroom is – het leest ook achterstevoren hetzelfde – en vermoedelijk het kortste gedicht ooit. Joost van de Vondel schreef het in 1620 voor een rederijkerswedstrijd. U, nu! werd in november 2024 verkozen tot mooiste zin uit de Nederlandstalige literatuur.
Presentaties & processen uit het project

Repertoire passeert de revue bij 'U, nu!'

Zorg en waardering voor ‘zwerfgoed’ bij 'U, nu!'

Wat weten & wat tonen we? Onderzoek naar het Mechelse vrijetijdstheater toen, nu

Expo’s tonen Mechels vrijetijdstheater verspreid over de stad
Stapsgewijs warm maken
- Erfgoedcel Mechelen en theater arsenaal stelden het project tweemaal voor op het overlegplatform van het vrijetijdstheater in Mechelen, het Koninklijk Mechels Toneelverbond. Bij alle geïnteresseerde deelnemers gingen ze nadien nog eens langs.
- Vijf verenigingen zouden meewerken aan de theaterproductie: Theater De Moedertaal, Theater De Peoene, Toneelkring Ik Dien, Voor Taal en Kunst, en Theater Korenmarkt vzw. De verenigingen Jong Maar Moedig en Koninklijke Theater Vereniging De Dijlezonen zijn niet meer actief, maar leverden wel input en materiaal voor de tentoonstellingen.
- Het was niet zozeer de belofte van een tentoonstelling die de meeste verenigingen over de streep trok, maar wel het maken van een theatervoorstelling over de beste fragmenten uit hun eigen geschiedenis, met theater arsenaal en Ruud Gielens.
- Dit lag het dichtst bij hun core business, hun passie. De professionele omkadering door arsenaal maakte het extra aantrekkelijk.
- Al waren er ook praktische drempels: gaan we genoeg tijd hebben om dat te doen? Is het geen extra belasting boven op ons regulier werk? Hoe past dat in onze vaste producties? Wie gaat de tickets verkopen? Acteurs die in verschillende gezelschappen spelen, hoe gaan we dat allemaal regelen?
- De studie van hun repertoire uit het verleden vormde een geschikte opstap om hen vervolgens ook te warm te maken voor vragen die verder van hun bed lagen: wat dan wel hun ‘erfgoed’ kon zijn en op welke andere manieren dat nog gepresenteerd kon worden.
- Een belangrijke volgende stap was een brainstormsessie met vertegenwoordigers van alle theatergezelschappen. We vroegen hen wat ze nu belangrijk vonden uit hun verleden, wat daarvan een tastbare vorm had en wat ze daarvan wilden tonen. Die brainstorm plantte de eerste zaadjes van enthousiasme voor het ‘erfgoedluik’ bij de deelnemers, maar toonde ons ook voor het eerst de inhoudelijke breedte van wat het erfgoedtraject kon tonen.
- Het gesprek leverde meteen een schat aan verhalen op. Het werd duidelijk dat er nood was aan interviews met een aantal oud-spelers over hun ervaringen.
- De verhalen gingen overigens niet enkel over het theaterspelen zelf, maar ook over wat er zich achter de schermen afspeelde. Het eigenlijke verenigingsleven vroeg veel organisatorisch engagement maar legde als ‘tweede thuis’ ook de basis van jarenlange vriendschappen, wat mensen ervoor motiveerde om er een groot deel van hun vrije tijd aan te besteden.
- Hoe dit verhaal kon verteld worden aan de hand van objecten en documenten, was toen nog niet duidelijk. Het vergde nog deeltrajecten met erfgoedobjectzorg (met de specialist van de erfgoedcel) en onderzoek (met bureau Geheugen Collectief) voordat de verenigingen hun stukken echt zouden herkennen en erkennen als ‘hun erfgoed’ en de contouren van de expo in Predikheren duidelijk werden. Ook het Mechelse stadsarchief werd betrokken voor extra materiaal.
- Ten slotte namen ook nog andere professionals het erfgoed van het amateurtoneel vast. De fotograaf die foto’s van het repetitieproces tentoonstelde, de scenograaf die de objecten en verhalen prachtig presenteerde, de bibliothecaris die passende literatuur aanreikte en de beeldend kunstenaar die enkele objecten omtoverde tot installatiekunst. Zij boden de toneelgemeenschap een bijzondere spiegel om zichzelf en hun erfgoed in te bekijken. En publiek en beleid kregen een nieuwe bril om naar de verenigingspraktijk te kijken. Het intense engagement van zo’n keure aan professionals gaf een boost aan het zelfbeeld. Het corrigeerde ook het soms clichématige beeld dat de buitenwereld over vrijetijdstoneel had.
En wat voor de toekomst?
Verenigingen zijn op weg gezet
- Verenigingen kregen het goede voorbeeld: niet alleen over theatermaken of het fotograferen van repetities, maar ook door de respectvolle zorg en presentatie van hun objecten. De waardering die de erfgoedcel en de partners gaven aan hun objecten, is een waardering die zij achteraf opnieuw oppikken. “Het attitudeverschil bij het ophalen van de stukken was enorm”, lacht Marieken. “Waar de leden bij het brengen een plastieken doos vol met losse objecten onder haar neus schoven, kwamen ze de verpakte objecten nu omzichtig ophalen, bewust van hun waarde.”
- Het project kon enkele acties alvast zelf realiseren en dus zorgen wegnemen:
- Erfgoed van zeven toneelverenigingen werd gelabeld, gereinigd, gefotografeerd, geregistreerd en verpakt mee naar huis gegeven.
- Kwetsbare stukken vonden een veilige plek in het Mechelse stadsarchief.
- De programmabrochures van een vereniging werden ingescand en gepresenteerd als boekje waardoor de bezoeker kon bladeren. De boekje vond zijn weg naar de vereniging zodat de collectie ook toegankelijker werd voor de leden.
- Verenigingen kregen de kaders en staanders die op maat van de expo gemaakt werden nadien mee terug naar huis voor toekomstige eigen presentaties.
- Ook de tentoonstellingszuilen, bestaande uit kleine bedrukte panelen met tekst of foto’s, werden onder de verenigingen verdeeld.
- Het project stimuleerde zo niet enkel de omgang met repertoire of objecten, maar ook de communicatie van de verenigingen: ze trakteerden hun achterban tijdens het project op Facebook-posts over hun geschiedenis.
Een gemeenschapsgerichte aanpak: tijd nemen loont
- Het samenwerken met kwalitatieve, professionele partners die tegelijk een grote voeling hebben met de noden van de erfgoedgemeenschap maximaliseert de impact. Zij inspireerden de toneelverenigingen om méér in de waarde van hun erfgoed te geloven, en in de mogelijkheid om er nieuwe doelgroepen mee te bereiken. Niet enkel omdat zij het de moeite vonden om zich te engageren, maar ook omwille van de benadering en de resultaten.
- De diversiteit van partners – van theatermaker tot bibliothecaris, van beelden kunstenaar tot historicus – zorgt voor een breed scala aan aanknopingspunten, zowel voor gemeenschappen als voor het publiek.
- De ambitie om zoveel mogelijk te verknopen met het stedelijke weefsel – zowel geografisch als qua invalshoeken – is geen wollige fantasie, maar het wérkt en werpt vruchten af. Kijk over het muurtje naar andere actoren – al was het maar de collega’s van bibliotheek of archief – en kijk hoe je ten gronde een meerwaarde kan zijn voor elkaar en elkaars gebruikers.
- Maar het was intens, voorzie dus tijd:
- Een voldoende lange aanloop voor het uitkristalliseren van het concept is nodig, omdat dat toch een worsteling is die vaak op een bepaald moment tot een impasse leidt. Totdat dan plots een eureka-moment volgt en alles in een stroomversnelling geraakt.
- Je kan nooit alles uitbesteden aan projectpartners, dus er is veel tijd nodig om contacten te leggen en te onderhouden, maar ook technisch om de erfgoedobjecten te behandelen, te adviseren en een tentoonstelling op te bouwen.
- Ook de erfgoedgemeenschap – de toneelverenigingen – heeft tijd nodig: als alle projectonderdelen op hetzelfde moment lopen, zijn ze overbevraagd.
- Een goed concept is des te belangrijker omdat de immateriële praktijk van de erfgoedgemeenschappen vaak bedreigd is. Hoe kan je dan beginnen adviseren over een juiste onderhoud of verpakking van een oud object? In U, nu! kregen diverse invalshoeken op erfgoedwerk de tijd om op elkaar in te werken en de gemeenschappen stap voor stap te overtuigen dat erfgoed – materieel of immaterieel – kan zorgen voor meer intern zelfbewustzijn en extern draagvlak.
Een methodiek & materiaal maken het makkelijker
Op basis van zijn ervaringen in dit project ontwikkelde Erfgoedcel Mechelen enkele instrumenten die hun werk in de toekomst zullen vergemakkelijken:
- een bijgewerkt stappenplan ‘expo’s/presentatietrajecten met gemeenschappen’, incl. concepten voor handige, kleinschalige scenografie;
- een checklist voor collectiescreenings (o.a. conditiecheck);
- een uitgebreid draaiboek voor ‘gelaagde’ trajecten.
De Erfgoedcel investeerde ook in materialen en middelen — o.a. een museumstofzuiger — om ook nog voor andere gemeenschappen aan exemplarische collectiezorg te kunnen doen.
Op korte termijn zal de Erfgoedcel Mechelen een waarderingstool uitbrengen voor actoren die erfgoedzorg niet als kerntaak hebben, op basis van het onderzoek van Marijke Van Eekert. Ook dit zal een nuttig hulpmiddel zijn om de zorg voor het erfgoed van verenigingen te kunnen ondersteunen.
Opstap voor hergebruik & nieuw onderzoek?
Een erfgoedproject laat zelf ook sporen na. Maar hoe zichtbaar en vindbaar zijn die sporen voor wie er later op wil voortwerken? Erfgoedcel Mechelen kan de projectdocumentatie op dit moment slechts beperkt delen via de website van de stad Mechelen. Daarom engageerde CEMPER zich voor de opmaak van dit online dossier.
- Op de pagina over het onderzoek vind je het eindrapport door onderzoeksbureau Geheugen Collectief (inclusief een samenvatting van de interviews), alsook een oproep voor verder onderzoek. Een onderzoeksgids met concrete onderzoeksvragen en bronnensuggesties in samenwerking met Stadsarchief Mechelen is er nog niet.
- Op de pagina over de expo’s vind je een beperkte documentatie van de expo’s. Het bleek tijdens het project niet haalbaar om de tentoonstellingen zodanig te fotograferen dat ze een tweede leven konden krijgen als online expo. Die zou ongetwijfeld het bereik en de duurzaamheid van het project nog hebben kunnen vergroten.
De Erfgoedcel zal de beschikbare interviews en documentatie archiveren. Contacteer erfgoedcel@mechelen.be als je hier gebruik van wil maken!
Ook interessant

Immaterieel erfgoed van theater in de kijker?

Ontdek Europees muzikaal erfgoed met Polifonia

CEMPER op het 48e wereldcongres van ICTMD
