Inleiding
Een rijk verleden
De instrumentale amateurmuziekbeoefening in Vlaanderen gaat zo’n 200 jaar terug. De geschiedenis en beleving van harmonies, fanfares en brassbands is divers en ongemeen boeiend. Ze vertelt het verhaal van ontelbare dirigenten, muzikanten en bestuursleden, van vriendschap, ontspanning, plezier en gelijkgestemdheid, maar ook van kleinmenselijke aanvaringen, politieke twisten, jaloezie en rivaliteit. Van operapotpourri’s, dansen en marsen, originele blaasmuziek, filmmuziek of popsongs. Het is een verhaal van repetitielokalen, van straten en pleinen, kerken, kiosken, het café en culturele centra. Van nationale feestdagen, begrafenissen en huwelijksmissen die opgeluisterd worden met gepaste muziek, concours, stoeten en processies, kermissen en carnaval, jubilea, teerfeesten, de inhuldiging van monumenten of het bezoek van hooggeëerde gasten. Van triomfen en nederlagen.
De amateurmuziekbeoefening werd steeds beïnvloed door gelijkaardige maatschappelijke tendensen en evoluties. Toch schrijft elke muziekvereniging binnen die gedeelde geschiedenis ook haar eigen verhaal en neemt ze dus een bijzondere plaats in.
Materieel en immaterieel erfgoed
Dat we na zoveel decennia met vele duizenden mensen nog altijd met de regelmaat van de klok samenkomen om te musiceren, toont alvast dat de amateurmuziekbeoefening een traditie is die we levend willen houden en graag doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Net die wil tot ‘doorgeven’ is de essentie van erfgoed. Want erfgoed staat voor alle dingen van vroeger die vandaag de dag nog betekenis en waarde voor ons hebben en die we willen doorgeven aan de generaties na ons. Het kan gaan om gebouwen (onroerend erfgoed), maar evengoed om tradities, gewoontes, gebruiken of herinneringen. Ook de herinneringen aan ons verleden als muziekvereniging zijn de moeite waard om door te geven. Ons eigen, unieke verhaal mag herverteld worden aan de komende generaties. We mogen trots zijn op de manier waarop de verenigingen onze gemeentes en steden, de maatschappij, mee vorm en kleur hebben gegeven.
Het menselijk geheugen is kort. Veel herinneringen worden slechts zo’n twee generaties echt actief doorgegeven. Maar er zijn tal van documenten en objecten die de beperkingen van ons geheugen kunnen compenseren. In die zin zijn zij zelf erfgoed. Documenten en objecten zijn het geheugen van onze muziekvereniging en kunnen onze geschiedenis vertellen. Natuurlijk gaat het dan om veel meer dan alleen maar partituren. Er zijn ook de muziekinstrumenten, opnames, affiches, programmaboekjes, reglementen, ledenlijsten, brieven, portretten, uniformen, het vaandel, medailles, enz.
Een rijk heden
Ook vandaag wordt er nog altijd verder geschreven aan het verhaal van de hafabraverenigingen. Mensen komen wekelijks samen om te repeteren, laten het beste van zichzelf zien op toernooien, vieren Cecilia, organiseren eetfestijnen en uitstapjes, vergaderen met het bestuur en proberen nieuwe leden en publiek te enthousiasmeren voor wat ze doen. De verenigingen herdefiniëren zichzelf voortdurend in een veranderende maatschappij. En net zoals vroeger doen ze dat elk op hun manier: ze vernieuwen hun repertoire, breiden hun instrumentarium uit, gaan samenwerkingen aan met organisaties uit de buurt, bekronen hun leden voor hun jarenlange inzet en loyauteit (medailles), gaan op concertreis, verbroederen met (al dan niet buitenlandse) verenigingen, trekken externe experten aan om workshops te leiden, organiseren een wafelenbak om geld in het laatje te brengen, ze organiseren open repetities (waar potentieel nieuwe leden welkom zijn) … Iedere vereniging schrijft verder aan haar eigen, unieke verhaal. Ook die verhalen van vandaag zijn de moeite om verder door te geven.
De documenten en objecten die ze nu gebruiken bij hun activiteiten kunnen voor toekomstige generaties erfgoed zijn. Ook al heeft je vereniging geen lange geschiedenis achter de rug, door je huidige activiteiten ben je dus toch betrokken bij het erfgoed van de toekomst.
Wat is (het erfgoed van) hafabra?
Collecties en archieven
De vroegere koepelverenigingen van hafabra brachten bij opheffing hun archieven over naar enkele archiefinstellingen in Vlaanderen:
- Koninklijk Muziekverbond van België naar KADOC-KU Leuven;
- Federatie van Katholieke Muziekverenigingen naar KADOC-KU Leuven;
- Federatie der Liberale Muziekverenigingen (FELIM), inclusief provinciale afdelingen, naar Liberas;
- Vlaamse Federatie van Socialistische Muziekkorpsen en Zangkringen (VFSMZ), inclusief provinciale afdelingen, naar AMSAB-ISG;
- Vlaamse Brassband Federatie naar het Rijksarchief.
Zorg dragen voor het archief of de collectie
Ordening en selectie in hafabra-archieven
In het kader van haar opleiding Archivistiek – Erfgoedbeheer en documentbeheer schreef Anneleen Soenens een thesis over selectie en ordening bij hafabraverenigingen. Ze deed stage aan het Rijksarchief van Kortrijk waar het archief van de Koninklijke Philharmonie van Ingelmunster (1834 – 2009) bewaard wordt. Het archief ervan werd door Soenens geïnventariseerd en is een goed voorbeeld voor archieven van hafabraverenigingen. Daarnaast werden nog vier andere hafabraverenigingen uit West-Vlaanderen bevraagd met de bedoeling een ontsluitingsstrategie voor dergelijk verenigingen uit te werken. Soenens beschreef ook welke initiatieven er voor de hafabra binnen de erfgoedsector reeds werden genomen en welke trajecten nog lopende zijn. Het onderzoek resulteerde in de masterscriptie met titel: Mooie liedjes duren wel lang – Een ontsluitingsstrategie voor het erfgoed van hafabraverenigingen.